Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3314

Nummer 3314
Datum 30-1-1952
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 770
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Roijen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1952
Dossiernummer 14
Trefwoorden Acheson, Dean G., US Secretary of State '49-'52
Amerika, houding/positie van -
Australië, houding/positie van -
Casey, Robert G., minister van Buitenlandse Zaken van Australië '51-'60
kabinet/-scrises/-sformaties, Nederlandse -
Matthews, H. Freeman, ambassadeur van de VS te Den Haag '53-'57
NG-kwestie, ijskastpolitiek met betrekking tot de
Spender, Sir Percy C., minister van Buitenlandse Zaken van Australië tot medio '51; ambassadeur van Australië te Washington
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
verkiezingen in Nederland
Annotatie slotnoot:
Diezelfde dag liet Van Roijen hier onder no 771 op volgen: 'Boetzelaer [ambassadesecretaris] vernam sinds verzending van mijn 770 van de Australische secretaris, dat Spender 29 januari Matthews had bezocht en na een hernieuwd betoog voor de noodzaak om de Nieuw-Guineakwestie voor onbepaalde tijd in de ijskast te houden, informeerde naar de aard van de nieuwe instructies welke terzake waren opgesteld. Matthews vertelde, dat instructies aan Djakarta en Den Haag een dezer dagen waren verzonden. Daarin was gesteld dat een oplossing in de voorzienbare toekomst onwaarschijnlijk was. De Amerikaanse opvatting was derhalve, dat de kwestie "should be put on ice". Op de vraag van Spender of zulks voor onbepaalde tijd was, antwoordde Matthews, dat zelfs indien de Indonesiërs aandrang blijven uitoefenen "it is our objective to keep it on ice indefinitely". Hoewel Matthews niet bereid was om de inhoud van de instructie verder te preciseren, zegde hij toe schriftelijk te zullen antwoorden op de boodschap, welke Casey in december tot Acheson richtte. De Australische ambassade hoopt, dat het State Department daarin nauwkeurig zal vastleggen, welke lijn de Verenigde Staten zullen volgen. Vertrouwelijk deelde de Australische Ambassade nog mede, dat Matthews de Britse ambassade had opgebeld en  verklaard [had] dat "issue should be kept on ice to greatest extent possible".' T.a.p.              
Onder verwijzing naar telegram Van Roijen 770 seinde Lamping  op 1 feb. onder no 350: 'Met voldoening nam ik kennis met name van de eerste alinea. Reeds lang maak ik mij zorgen, dat niet alleen in Amerika, maar overal, ook in Indonesië de vaste indruk wordt verkregen, dat de toekomstige nieuwe Nederlandse Regering een geheel ander - en voor de RI veel gunstiger - standpunt zal innemen dan de huidige Regering. Wanneer een dergelijke suppositie onjuist kan worden geacht - ik kan zulks uiteraard niet beoordelen, maar vind zulks in het telegram (?) bevestigd - dan vraag ik mij af of het mogelijk is het algemeen vaststaande misverstand op dit punt via particuliere kanalen algemeen recht te zetten. In hoeverre het voortleven dezer suppositie de taak der nieuwe Regering reeds bij voorbaat zal bemoeilijken is een zaak welke niet te mijner beoordeling ligt, maar de nu eenmaal terzake bestaande opvatting ook bij de RI zal mijns inziens de positie onzer onderhandelingsdelegatie, ja van de huidige Regering verzwakken. Te vrezen is dat de RI de gedachte zal volgen om zo mogelijk van de huidige Nederlandse Regering de gehoopte concessies inzake de Unie te verkrijgen alsmede bevrediging op het punt Nieuw-Guinea, maar dat, wanneer de huidige Regering inzake Nieuw-Guinea niet wil toegeven - en daarmede rekent mijns inziens de RI op grond van tot nu toe opgedane ervaring - de eisen van opportunistisch Indonesisch beleid zullen medebrengen om nu concessies inzake de Unie onder alle omstandigheden in de wacht te slepen in de veronderstelling dat de nieuwe Regering inzake Nieuw-Guinea zal toegeven. Reden om mijns inziens de besprekingen inzake de Unie en Nieuw-Guinea niet te scheiden.' NA, archief Minkol., codetel. 1952, 5.
Op 6 feb. seinde Van Roijen vervolgens onder no 788 aan Stikker: 'Ik vernam zeer vertrouwelijk van de Australische Ambassade, dat Acheson schriftelijk antwoordde op de persoonlijke boodschap die Casey in December tot hem richtte. Daarin kwamen de volgende zinsneden voor: "I do not see any possibility of a solution for the present. Our efforts therefore, in so far as it lies within our power, will be directed towards keeping the disagreement between the Netherlands and Indonesia from becoming blown up, preventing a breach between the two governments and leaving the door open for future talks. Having regard to the apparent impossibility of a solution at this time we will make every effort to dissuade the disputants from pressing the NG-issue to the point of crisis".
Verzoeke het bovenstaande met grote discretie te behandelen. Zelfs de Australische Ambassade te Uwent is hiervan vermoedelijk nog onkundig.' NA, archief Minkol., codetel. 1952, 14.
Zie ook 3368: Stikker 490
PDF transcriptie (10 KB)