Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3329

Nummer 3329
Datum 6-2-1952
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 791
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Roijen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1952
Dossiernummer 14
Trefwoorden Allison, John M., (Deputy) Assistant Secretary of State; ambassadeur van de VS te Djakarta '53-'58
Amerika, houding/positie van -
arbitrage/bemiddeling/geschillenregeling/goede diensten
Chapin, S., ambassadeur van de VS te Den Haag '49- '53
Internationaal Gerechtshof
Lacy, W.S.B., Officer Indonesian Desk St. Dept.
Matthews, H. Freeman, ambassadeur van de VS te Den Haag '53-'57
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
Rusk, D. Dean*
Scott, Joe W., Officer Swiss/Benelux Affairs St. Dept.
State Department, divergerende opvattingen over de Nieuw-Guineakwestie op het -
Annotatie slotnoot:
Op 13 feb. vervolgde Van Roijen onder no 806: 'Scott herhaalde in een vertrouwelijk gesprek heden zijn mededeling, dat het aanbod van Nederland om het geschil nopens de souvereiniteit van Nieuw-Guinea aan een internationale rechterlijke instantie te onderwerpen, in goede aarde was gevallen bij het State Department. Hij voegde hieraan toe, dat zijns inziens thans van Nederlandse zijde alles gedaan zou moeten worden om zowel tegenover de Indonesische Regering als de Amerikaanse Regering duidelijk ten doen uitkomen:
1. dat het aanbod geheel vrijwillig was gedaan;
2. dat het aanbod oprecht en te goeder trouw de bedoeling heeft om een onpartijdige uitspraak in de souvereiniteitskwestie uit te lokken.
Hierdoor zou vooral tegenover het State Department het effect van het aanbod maximaal kunnen worden uitgebuit. Volgens Scott zijn er uiteraard in het State Department 'certain areas', die geneigd zijn de onderhavige kwestie door Indonesische bril te bezien. Door dit aanbod zou het Nederlandse standpunt ook tegenover bedoelde personen worden versterkt. Een bijkomstig voordeel is voorts, dat veel tijd gewonnen kan worden met discussie omtrent de wijze van voorlegging van het geschil aan de rechterlijke instantie. Inmiddels zouden in Indonesië de verhitte gemoederen enigermate afkoelen.
Ofschoon het bepaald ongewenst ware zulks tegenover de Amerikaanse Ambassade te laten merken, kreeg ik sterk de indruk, dat Chapin aan het State Department had gerapporteerd dat uit het Nederlandse aanbod bleek, dat wij bereid waren het betreffende geschilpunt aan arbitrage te onderwerpen. Deze misvatting heb ik tegenover Scott recht gezet. Ik moge verzoeken het bovenstaande als uiterst vertrouwelijk te behandelen.' T.a.p.
      Onder verwijzing naar dit telegram seinde Blom de volgende dag onder no 539 'dat de visie van Scott, dat er sprake zou zijn van een Nederlands aanbod om het geschil inzake Nieuw-Guinea aan een internationaal-rechterlijke instantie voor te leggen, formeel niet geheel juist is'. Nederland had slechts de Indonesiërs in overweging gegeven een dergelijke beslissing uit te lokken. 'De Nederlandse regering had eerst overwogen Indonesië voor te stellen zich gezamenlijk tot een internationale rechter te wenden', maar de commissie van Uniezaken in de Tweede Kamer had hiertegen overwegende bezwaren gehad. Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1952.      
         Hierop seinde Van Roijen op 15 feb. onder no 813: 'Scott telefoneerde mij, dat hij over de kwestie Nieuw-Guinea uitvoerig met Matthews had gesproken, zulks naar aanleiding van het bericht van Chapin, dat deze volgens instructie aan Boon had medegedeeld 'that we look with favor on arbitration'. Matthews liet mij thans door Scott vragen U te verzoeken niet aan de Indonesiërs te laten merken, dat de Amerikanen dit standpunt huldigen. Volgens de mening van het State Department zou dit op zichzelf de Indonesiërs minder gunstig ten aanzien van het denkbeeld kunnen stemmen.
Ik beloofde Scott deze boodschap over te brengen vroeg hem of ook aan Chapin een soortgelijke mededeling was gedaan. Het antwoord luidde, dat Matthews in dit geval het betreffende verzoek liever via mij dan via Chapin naar U wilde seinen; waarom is mij niet duidelijk. Ik verzoek U evenwel het een en ander tegenover Chapin geheim te houden.
Volledigheidshalve heb ik Scott erop gewezen, dat formeel niet van een aanbod sprake is, doch dat slechts aan de Indonesiërs in overweging is gegeven om een internationaal rechterlijke beslissing uit te lokken.' T.a.p.
Zie ook 3368: Stikker 490
3373: Stikker 137
PDF transcriptie (10 KB)