Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3386

Nummer 3386
Datum 28-4-1953
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Bylandt 182; Van Bylandt 184
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Bylandt, W.F.L. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1953
Dossiernummer
Trefwoorden APRA-arrestanten, (rechts)positie van de -
Indonesië, bezoeken aan/missies naar -
Java, Oost -/Surabaja
Luns, J.M.A.H., reizen van - naar/optreden van - in het buitenland
Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van -
Nederlanders in Indonesië, houding/(veiligheids)positie van -
pers/publieke opinie, Nederlandse
Annotatie Telegram Van Bylandt 184 is gedateerd 29 april 1953. T.a.p.

noot bij de eerste twee alinea's: zie ook recordnummers 69 en 70.

Met betrekking tot de in de vierde alinea van Van Bylandt 182 sub 1 bedoelde vernieling van het gebouw van de 'Vrije Pers' in Surabaja had Van Bylandt op 23 april onder no 162 geseind dat hij hiertegen bij Rasjid, de wnd. secretaris-generaal van Luar Negeri, protest had aangetekend. In reactie hierop had Rasjid gezegd dat zijn ministerie 'het gebeurde ten zeerste afkeurde en dat zijnerzijds rechtstreeks aan de gouverneur van Oost-Java uitvoerig verslag van het gebeurde was gevraagd. Hij verwees voorts op de algemene afkeuring, waarvan men zowel van officiële zijde als ook in de pers blijk had gegeven. Dezerzijds werd er echter op gewezen, dat in dit verband de afkeuring van Minister Mononutu toch wel buitengemeen onbevredigend was voorgekomen, aangezien de minister dit gepaard had doen gaan met de opmerking, dat dit toch wel een les moest zijn om de Indonesische gevoeligheden te sparen.' T.a.p.

noot bij vierde alinea sub 3: APRA-arrestanten:
Op 11 maart had Beyen onder no 11 over een door Van Bylandt op 24 februari ingediend verzoek bij de Indonesische regering [nota nr. 11719/GS 1217] om de Ambonese APRA-arrestanten "in vrijheid te stellen en hen in de gelegenheid te stellen, indien zij zulks wensen, tijdelijk naar Nederland te worden overgebracht" het volgende geseind: 'Deze zinsnede kan tot het misverstand leiden, dat het onze bedoeling zou zijn, dat de betrokkenen in ieder geval reeds dadelijk in vrijheid worden gesteld om hen daarna naar Nederland op te zenden "indien zij zulks wensen". Zij zouden zich dus, in strijd met de terzake met de Indonesische Regering gesloten militaire overeenkomsten, aan berechting door de bevoegde Nederlandse militaire rechter kunnen onttrekken door, na in Indonesië hun vrijheid te hebben herkregen, te weigeren naar Nederland te worden opgezonden. Hiermede zou de Indonesische Regering uiteraard nimmer kunnen instemmen. Mijn bedoeling is dan ook slechts geweest om die Regering voor de keus te stellen om diegenen der betrokkenen, die overeenkomstig voormelde militaire overeenkomsten, door de Nederlandse militaire rechter wensen te worden berecht, hetzij in de gelegenheid te stellen daartoe naar Nederland te worden opgezonden, hetzij in vrijheid te stellen.' T.a.p.

slotnoot:
Op 18 mei seinde Van Bylandt onder no 228 het volgende, 13 mei gedateerde, antwoord van de Indonesische regering op de hierboven in Van Bylandt no 184 vervatte nota:
' "Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer het Hoge Commissariaat met betrekking tot deszelfs nota 25157/GS2443 ddo April 1953 inzake de Nederlandse arrestanten Van Haastert en Frederiks, mede te delen, dat dit Ministerie het in bovenbedoelde nota vervatte reeds onder de aandacht van de betrokken Indonesische autoriteiten heeft gebracht.
Tevens werd verzocht op korte termijn een beslissing terzake te nemen.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken zal niet nalaten het Hoge Commissariaat zo spoedig mogelijk van genoemde beslissing op de hoogte te stellen".' T.a.p.
Zie ook 69: Ministerraad
3310: Van Bylandt 7
3404: Van Bylandt 227
3494: Beyen/Luns 113
3589: Luns no 123 vertrouwelijk
PDF transcriptie (15 KB)