Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3597

Nummer 3597
Datum 22-1-1953
Soort codetelegram(men)
Kenmerk De Voogd 157
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Voogd, N.A.J. de (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Canberra
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1953
Dossiernummer 6
Trefwoorden Allison, John M., (Deputy) Assistant Secretary of State; ambassadeur van de VS te Djakarta '53-'58
Amerika, houding/positie van -
Australië, houding/positie van -
Bonsal, Officer Southeast Asian Affairs St. Dept.
Casey, Robert G., minister van Buitenlandse Zaken van Australië '51-'60
NG, infiltraties/infiltranten op -
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
Smith, General Walter Bedell, US Under Secretary of State
Sukarno, positie/houding van -
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
Watt, Sir Allen, secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Australië
Annotatie noot bij 'Stikker 88': in annotatie van recordnummer 3655.

slotnoot:
Op 27 feb. seinde Van Roijen onder no 452 aan Den Haag: 'Terwijl de uiteenzetting van het Britse standpunt inzake Nieuw-Guinea op het State Department indertijd - - - geen noemenswaardige reactie had verwekt, ontbood Bonsal thans de Britse Raad en zette uiteen, dat de Amerikaanse opvatting in twee opzichten van de Britse afwijkt.
1. De Amerikaanse Regering deelt niet de opinie van Londen, dat Indonesië geen aanspraak op Nieuw-Guinea kan maken. Dit betekent echter niet, dat zij deze aanspraak gerechtvaardigd acht, daar zij geen stelling neemt.
2. De Amerikaanse Regering is minder bevreesd dan de Britse, dat de veiligheid van Australië door de Indonesische aanspraak op Nieuw-Guinea wordt bedreigd. Zij acht deze door het ANZUS-Pact voldoende gegarandeerd. Tijdens het gesprek deed Bonsal blijken, dat hij enigszins ongerust is, dat het Britse standpunt voor Nederland aanmoediging zou zijn om inzake Nieuw-Guinea onwrikbaar te blijven. Deze 'ongerustheid' lijkt mij in zoverre ongegrond, dat ons standpunt thans in ieder geval vaststaat. Dit bevestigt mijn reeds eerder gegeven mening, dat voortgezette bewerking van het State Department onder nieuwe leiding zal wenselijk zijn, doch nu vertrek van Allison begin April verwachtbaar, is het wellicht verstandig daarmede te wachten totdat diens opvolger in functie is.
Verzoeke het bovenstaande als zeer vertrouwelijk te beschouwen, en daarvan vooral tegenover de Amerikanen niet doen blijken.' NA, archief Minkol., codetel. 1953, 8.

Op 6 maart seinde De Voogd onder no 11 uit Canberra: 'De waarnemend secretaris-generaal Plimsoll deelde mij gisteren mede, dat Watt de gehele situatie in Azië en in het bijzonder in Indonesië en Nieuw-Guinea met Bedell Smith in Washington besprak, die besef van spanningen in Indonesië toonde, doch weinig op de hoogte met Nieuw-Guinea scheen. Watt zond volgend telegram: "It was clear I was breaking new ground". Hieruit kan worden geconcludeerd, dat Bedell Smith, evenals Foster Dulles vóór zijn bezoek te Uwent, niet door het State Deparment was gebriefd over het Nederlandse en Australische standpunt en het versterkt betoog in het telegram van Van Roijen 452, dat voortgezette bewerking van het State Department onder nieuwe leiding nodig is.' T.a.p.
Zie ook 3651: Beyen/Luns 37
3655: Stikker 101
PDF afbeelding (697 KB)