Gegevens van record 3634
Nummer | 3634 |
---|---|
Datum | 17-4-1956 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Luns 64 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Luns, J.M.A.H.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Boetzelaer van Oosterhout, C.G.W.H. van
(info)
Roijen, J.H. van (info) Winkelman, A.M.L. (info) |
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming |
Canberra Brussel Washington |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1956 |
Dossiernummer | |
Trefwoorden |
Australië, houding/positie van - pensioenen Plimsoll, J., Assistent Secretary for Pacific, American, South - and Southeast Asian Affairs van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Australië; vertegenwoordiger in de VN schuldenkwesties tussen Nederland en Indonesië; zie ook: leningen van Nederland aan Indonesië Tange, Arthur H., secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Australië '54-'65 unieverhouding/RTC-akkoorden, beëindiging/opzegging van de - Verenigde Naties, UNCI/Milobs |
Annotatie |
slotnoot: Zie voor de reactie van Van Roijen uit Washington no 3841. Op 19 april reageerde Winkelman onder no 21 als volgt: 'Heden nota overhandigd aan Tange, secretaris-generaal External Affairs, die allereerst vroeg of de obligaties van de betrokken lening in handen waren van de Nederlandse regering, dan wel particulieren. Dezerzijds hierop geantwoord dat dit weinig terzake deed, aangezien de Indonesische regering tegenover de Nederlandse regering verplichtingen op zich had genomen, welke bovendien reeds op volkenrecht berusten. Verder zeide Tange dat hem mandaat en rol UNCI in zaken als deze niet helder voor de ogen stonden. Hij zou derhalve deze door zijn department laten onderzoeken. Hij zag enig gevaar in de mogelijkheid dat de UNCI, indien zij de zaak in behandeling zou nemen, zich te eniger tijd tot de Veiligheidsraad zou moeten wenden, hetgeen Indonesië gelegenheid zou bieden Nederlands Nieuw-Guinea met behulp van de Sovjets en anderen ter sprake te brengen. - - - Tange kwalificeerde de Indonesische nalatigheid re schuldenbetaling als "stupidity". Nadere reactie werd toegezegd.' Archief BZ, ingekomen codetel. Canberra 1956. Zie voor deze 'nadere reactie' no 5243. Aansluitend seinde Winkelman diezelfde dag onder no 25 dat hij Plimsoll had ingelicht over de Indonesische nalatigheid in het afbetalen van schulden, 'onder achterlating van aide-mémoire. Plimsoll, die mij antwoord toezegde, deelde mede de kwestie betaling Nederlands-Indische schulden met verscheidene personen, waaronder Rum en Natsir te hebben besproken en niet de indruk te hebben gekregen [dat] zij niet zouden worden gehonoreerd. Op 27 april had zegsman de Indonesische ambassadesecretaris Ubani, die hem een bezoek bracht, nog gewezen op de ongunstige reactie van de internationale geldmarkt op niet-nakoming van financiële verplichtingen. De ambassadesecretaris had een nietszeggend antwoord gegeven. Plimsoll beaamde dat dergelijke stappen weinig of niets uithaalden, omdat zij niet aan betrokken regering werden doorgegeven.'- - - T.a.p. |
Zie ook |
3731:
Beyen/Luns 418
3841: Van Roijen 126 4516: Hagenaar 88 5242: Winkelman 28 5243: Winkelman 37; Winkelman 38 |
afbeelding (154 KB) |