Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3702

Nummer 3702
Datum 9-4-1954
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 813
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Roijen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1954
Dossiernummer 7
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
ANZUS-/Pacific Pact
bedrij(fsle)ven, houding/positie van het -
Bonbright, Acting Assistant Secretary European Affairs St. Dept.
Indo-China
militaire bases/steunpunten
Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van -
Robertson, Walter S., Assistant Secretary of State Far Eastern Affairs St. Dept. april '53-'59
Southeast Asiatic Treaty Organisation(SEATO)/Zuidoost-Aziatische Verdragsorganisatie(ZOAVO)
Zuid/Zuidoost-Azië
Annotatie inleidende noot:
Op 8 april had De Beus onder no 812 aan Beyen/Luns geseind: 'Uit uw 423 [niet opgenomen] is het mij duidelijk, dat het niet uw wens is dat de ambassade harerzijds initiatief neemt om de Amerikaanse regering te polsen over eventuele opneming van Nederland in ANZUS ingeval dit pact mocht worden uitgebreid. Ik deel overigens uw mening, dat het momenteel niet waarschijnlijk lijkt, dat men "united action" zal trachten te realiseren in de vorm van formele uitbreiding van de ANZUS-verdragen, gezien de tijd welke hiermede verloren zou gaan, het "white race" karakter van dit pact hetwelk men wenst te vermijden, en zeer vergaande strekking van een zodanige uitbreiding. - - - Ik meen uw 432 aldus te moeten interpreteren, dat in afwachting van verdere ontwikkeling de Nederlandse regering, ook ten aanzien van deze ruimere en meer onmiddellijke vraag niet wenst, dat ik mijnerzijds initiatief neem om in genoemde consultaties te worden betrokken. Onder deze omstandigheden leek het mij niet opportuun een onderhoud met Dulles aan te vragen, aangezien, hoe men dit ook inkleedt, het toch onwillekeurig wordt uitgelegd als een poging om in consultaties te worden betrokken. Aangezien ik bovendien voor enkele dagen zelf de stad uit moest ter vervulling van lang tevoren gemaakte afspraken, en enige contactname met het State Department niet tot de volgende week wilde uitstellen, heeft  De Beus in mijn opdracht aan een ander onderwerp oriënterend gesprek vastgeknoopt met Assistant Secretary Robertson waarover ik apart sein.Tot goed begrip van alle voor Nederland spelende aspecten moge wellicht ten overvloede worden gewezen op het onuitgesproken, doch ongetwijfeld bestaande verband tussen onze al of niet deelneming aan consultaties en Nieuw-Guineakwestie. Immers het feit, dat het State Department ons niet uit zichzelf in de consultaties heeft betrokken, vindt waarschijnlijk zijn oorzaak in de volgende overwegingen:
a) zulks zou een openlijke stellingneming door de VS betekenen ten gunste van onze souvereiniteit en als zodanig ongetwijfeld verzet wekken in Indonesië, hetgeen men op het ogenblik liever mijdt;
b) het zou ook elders in Aziatische ogen aan het verenigde front een "koloniaal" karakter kunnen geven, hetgeen Amerika wenst te vermijden;
c) bovendien meent het State Department waarschijnlijk in geval van militaire interventie van ons weinig militaire steun te kunnen verwachten, waarbij bereidheid bases in Nieuw-Guinea af te staan ten deze vermoedelijk niet direct relevant wordt geacht. - - - Bovenstaande is opgesteld in afwezigheid van Van Roijen, doch met zijn instemming op grond van uitvoerig overleg met hem voor zijn vertrek.'  Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1954.

slotnoot:
Onder no 821deed  Van Roijen op 13 april voorts verslag van een gesprek van Acting Assistant Secretary Europe, Bonbright, met De Beus over het Amerikaanse plan de 'dreigende communistische opmars' in Zuidoost-Azië te keren. Het gesprek had plaatsgevonden naar aanleiding van de Franse houding inzake het Indo-Chinaconflict. 'Kortom Amerika', aldus Van Roijen, 'vreesde dat Frankrijk bereid was "to sell out". Dit zou onaanvaardbare consequenties hebben, te weten vermoedelijk verlies van Thailand en Burma, wellicht ook Malakka en Indonesië, terwijl Dulles zich bij een dergelijke ontwikkeling ook grote zorgen maakte over de strategische positie van Japan en vermoedelijke geneigdheid van dat land met het communisme tot een compromis te komen. Enige mogelijkheid om deze catastrophale kettingreactie te voorkomen, achtte Dulles een krachtige waarschuwing, gesteund door bereidheid om zo nodig daaraan met gewapende hand kracht bij te zetten. Het was echter zeker, dat de Amerikaanse publieke opinie tot dit laatste niet bereid zou zijn, indien niet andere landen, die dichter bij de vuurhaard lagen en er derhalve een groter belang bij hadden, desgelijks deden. Derhalve "united action" nodig - - -. Voorts meende Dulles, dat dit gewapende front vóór de Genève-conferentie [inzake Indo-China] tot stand moet komen, aangezien daardoor de onderhandelingspositie gesterkt zou worden. - - -  Aan het begin en het einde van het gesprek werd onzerzijds waardering uitgesproken voor het feit, dat men Nederland uitvoerig inlichtte, aangezien wij uiteraard wegens souvereiniteit over Nieuw-Guinea en groot belang in Indonesië zeer geïnteresseerd waren in de ontwikkeling, terwijl werd gewezen op de onvermijdelijke wisselwerking tussen de gebeurtenissen in Indo-China en Indonesië: communistisch succes in Indo-China wakkerde anti-Westerse stromingen in Indonesië aan, terwijl omgekeerd communistisch of extreem-links succes in Indonesië bedreiging in de rug aanziens Indo-China zou betekenen. Tijdens het gesprek werd door Bonbright niets gezegd of gevraagd, hetwelk erop wees, dat het de bedoeling zou zijn Nederland in consultaties voor het "united front" te betrekken op dezelfde basis als de 9 andere landen. Ook gekozen niveau wijst hierop. Ondershands vernam ik later nog dat Indonesië tot nu toe niet op soortgelijke wijze is ingelicht, doch wel 3 andere landen, vermoedelijk India, Burma en Ceylon (of wellicht Japan?).' T.a.p. Zie recordnummer 3827.
Zie ook 3827: Beyen/Luns 442
5101: Van Roijen 834
5103: Van Roijen 801
PDF transcriptie (56 KB)