Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3730

Nummer 3730
Datum 2-9-1954
Soort codetelegram(men)
Kenmerk De Beus 238
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Beus, J.G. de (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1954
Dossiernummer 7
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Colombo-landen/-conferenties/-plan
Indonesië, politieke/bestuurlijke aangelegenheden in -
Mukarto Notowidigdo (PNI), minister van Buza '4/'52-8/'53; ambassadeur van Indonesië te Washington '53-'60; te New Delhi '60-'64
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Southeast Asiatic Treaty Organisation(SEATO)/Zuidoost-Aziatische Verdragsorganisatie(ZOAVO)
Spender, Sir Percy C., minister van Buitenlandse Zaken van Australië tot medio '51; ambassadeur van Australië te Washington
Verenigde Naties, UNCI/Milobs
Verenigde Naties, Veiligheidsraad van de -
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Nederlandse
Annotatie noot slot vierde alinea:
Op 18 sept. seinde Van Roijen onder no 268 o.m. dat zijn 'Indonesische collega Mukarto' hem gezegd  had dat 'totstandkoming verdrag van Manilla (SEATO) van Indonesische zijde met lede ogen [werd] gezien omdat hierdoor "verdeeldheid gezaaid wordt" tussen de landen van Azië. Overeenstemming tussen Colombostaten, waaraan Indonesië zoveel gewicht hecht, wordt daardoor ook op andere punten bemoeilijkt'. Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1954.

slotnoot:
Op 10 sept. seinde De Beus onder no 249, dat volgens de Australische ambassadeur 'de Amerikaanse toezegging van neutraliteit inclusief stemonthouding aanziens Nieuw-Guinea een vooruitgang [was] bij vroeger standpunt. Niettemin had hij onlangs opnieuw krachtig vertoog gericht tot het State Department, zeggende, dat neutraliteit toch niet mede behoefde te brengen dat men bepaalde bestaande feiten niet openlijk zou kunnen erkennen en uitspreken, zoals Nederlandse souvereinteit en het duidelijke verschil tussen Papoea's en Indonesiërs.' Spender deed, aldus De Beus voorts, de suggestie 'tijdens de Assemblée naast eventueel ander materiaal een papier te verspreiden houdende foto's naast elkaar van Papoea's en andere Indonesiërs, waaruit zelfs iedere leek onmiddellijk zou kunnen zien dat het hier geheel verschillende volkeren betrof. Dit zou veel meer tot de verbeelding spreken dan wetenschappelijke betogen omtrent de raskundige oorsprong der Papoea's.' Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1954.
      In reactie hierop seinde Beyen op 22 sept. onder no 147, met afschrift aan 11 overige posten, dat 'tegen Spender's suggestie inzake verspreiding foto's dezerzijds bezwaar [bestond], dat Indonesië foto's zou kunnen produceren, waardoor schijnbaar het tegengestelde, te weten rasverwantschap tussen Indonesiërs en Papoea's, zou worden aangetoond, bijvoorbeeld afbeeldingen van bewoners van meest oostelijk gelegen Indonesische eilanden, wier uiterlijk zich ten gevolge van vermenging in vroegere stadia, dikwijls weinig onderscheidt van dat van bepaalde Papoea's, zoals bijvoorbeeld Papoea-werkkrachten te Sorong en Hollandia.' Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1954.
Zie ook 3715: De Beus 227
3717: De Beus 237
5393: Luns circulaire 14
PDF transcriptie (50 KB)