Gegevens van record 3744
| Nummer | 3744 |
|---|---|
| Datum | 5-11-1954 |
| Soort | codetelegram(men) |
| Kenmerk | Delegatie New York 40 |
| Opschrift/Bijlage(n) | |
| Verzender(s) |
Delegatie New York 1954
(info)
|
| Ontvanger(s) |
Beyen, J.W.
(info)
|
| Plaats van opmaak |
New York |
| Plaats van bestemming |
Den Haag |
| Bewaarplaats | Nationaal Archief |
| Bestand | archief Minkol., codetel. 1954 |
| Dossiernummer | 6 |
| Trefwoorden |
Amerika, houding/positie van - Australië, houding/positie van - Cypruskwestie Dulles, John Foster*, US Secretary of State '53-'59 NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties Spender, Sir Percy C., minister van Buitenlandse Zaken van Australië tot medio '51; ambassadeur van Australië te Washington Verenigd Koninkrijk, houding/positie van - |
| Annotatie |
slotnoot: Aansluitend op dit telegram seinde Luns op 5 nov. onder no Delegatie 43 vanuit New York: 'Heden deelden de Australiërs ons mede, dat volgens Canberra de Britse High Commissioner aldaar door Casey van de Britse demarche te Uwent, als vermeld in Uw 40, op de hoogte stelde. De indruk was hierbij gewekt, dat de Nederlandse Regering zich eigenlijk reeds gedistantieerd had van de gedachte om positieve resolutie, als vermeld in dezerzijds telegram nr. 38, te bevorderen en de Engelsen zienswijze min of meer had geaccepteerd, waarover de Australische delegatie en Casey zeer verontrust waren. Casey had Spender een telegram gezonden, dat hij de Britse argumenten geenszins overtuigend achtte en dat hij voorstander bleef van een positieve resolutie en die desnoods ook tegen de Britse bezwaren in wilde handhaven. Wel wilde hij de Britten zoveel tegemoet komen als mogelijk zou zijn door bijvoorbeeld de operatieve paragraaf 4 in de geest van de relevante passage uit ons 40 te amenderen. Evenwel wilde de Australische delegatie gaarne weten hoe de Nederlandse Regering hier nu tenslotte tegenover staat. Krachtige hoop werd uitgesproken, dat wij de idee van positieve resolutie, desnoods tegen de Engelsen in, zouden blijven steunen. Of er een bevriende mogendheid zal kunnen worden gevonden zulk een positieve resolutie in te dienen is tot dusverre nog onzeker. Zulks zal vermoedelijk niet al te gemakkelijk zijn, gezien de Engelse druk in tegengestelde richting. De Australische delegatie is onderling verdeeld, of in laatste instantie Australië zelf een dergelijke resolutie zou moeten indienen, hetzij alleen, hetzij met Nederland. Mocht U van mening zijn, dat, voor het geval geen andere sponsors kunnen worden gevonden, indiening door Australië wenselijk zou zijn, dan ware dit denkbeeld wellicht door demarche bij Casey te ondersteunen.' - - - T.a.p. Blijkens telegram Winkelman 75 van 6. nov. aan Den Haag luidde in het Australische voorstel art. 4: "expresses its gratification that the Netherlands Government has declared its willingness to give an opportunity to the people of West New Guinea, at the appropriate time, to determine their own future". Archief BZ, ingekomen codetel. Canberra 1954. Naar aanleiding van deze telegramwisseling tussen Den Haag en New York seinde Van Roijen de volgende dag onder no 370 vanuit Washington: 'Verneem van Australische collega dat deze morgen ontwerpresolutie met Dulles zal bespreken. Door telefonisch contact met Von Balluseck ben ik op de hoogte van standpunt der Nederlandse delegatie betreffende wenselijkheid om onzerzijds (behoudens eventuele vrij onbelangrijke wijziging van par. 4 van operatieve gedeelte) met het pousseren van bedoelde ontwerpresolutie door te gaan. Persoonlijk ben ik het met dit standpunt op grond van door delegatie genoemde overwegingen, geheel eens. Onder deze omstandigheden moge ik u suggereren mij te machtigen de kwestie van bedoelde ontwerpresolutie eveneens met Secretary of State op te nemen.' NA, archief Minkol., codetel. 1954, 7. Van Roijen ontving vervolgens deze machtiging bij tel. no 191 van 9 nov. Archief BZ, uitgaaande codetel. Washington 1954. Zie recordnummer 5109. |
| Zie ook |
3740:
Delegatie New York 17
5109: Van Roijen 382 |
| transcriptie (13 KB) |