Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3754

Nummer 3754
Datum 19-1-1956
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Luns 63
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Winkelman, A.M.L. (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Washington
Canberra
Londen
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1956
Dossiernummer
Trefwoorden Australië, houding/positie van -
Indonesië, politieke/bestuurlijke aangelegenheden in -
Masjumi, Madjelis Sjura Moslimin Indonesia
NU, Nahdatul Ulama
pers/publieke opinie, algemeen
PSII, Partai Serikat Islam Indonesia
Tange, Arthur H., secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Australië '54-'65
unieverhouding/RTC-akkoorden, Geneefse conferentie '55-'56 ter herziening/beëindiging van de -
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Nederlandse
Annotatie inleidende noot:
Op 18 jan. had Luns onder no 62 aan Winkelman geseind 'dat de Indonesische delegatie is teruggeroepen voor consultatie. Dit laatste wordt zijdens deze delegatie ook beklemtoond en werd ook door premier Harahap desgevraagd op 16 januari tegenover graaf Van Bylandt gesteld. Niettemin moet er voorshands van worden uitgegaan, dat het hier in feite terugroeping betreft; aangezien het delegatielid Kasimo reeds verslag heeft uitgebracht, behoeven de Indonesische ministers op vrijdag 20 dezer niet naar Djakarta terug te keren. Zij zullen het hoofd moeten bieden aan een situatie, waarin met name de NU, vooruitlopend op haar sleutelpositie in het komende kabinet, besprekingen door de huidige regering niet verder gevoerd wenst te zien. De Masjumi vertoont thans de neiging om, in het belang van de toekomstige samenwerking, ten deze met de NU in de pas te blijven. Het is hoogst onzeker of de terugkerende ministers de NU nog tot een ander standpunt zullen kunnen bewegen, ofschoon zij daartoe geen moeite zullen sparen.'  Archief BZ, uitgaande codetel. Canberra 1956.

slotnoot:
Op 21 jan. seinde Winkelman daarop onder no 110: 'Vrijdag avant ontvangst van uw telegram 63 had ik een onderhoud met Tange, die ik in kennis stelde van de substantie van uw 62. De Canberra Times van vrijdagmorgen bevatte een bericht uit Djakarta, dat de PSII en de NU hun ministers hadden teruggetrokken, dat de Indonesische regering in de kabinetsvacatures had voorzien en dat de delegatie niet teruggeroepen zou worden. Tange, die geen berichten dienaangaande had, vroeg mij, of er, indien de besprekingen eventueel zouden worden voortgezet, meer kans was op een vergelijk nu de oppositie zich uit de regering had teruggetrokken. Ik meende, dat zulks zeer onwaarschijnlijk zou zijn, omdat de Indonesische delegatie uit zou zijn op - - - succes voor haar regering en met vergaande concessies (welke niet door Nederland konden worden gegeven) of met beschuldigingen, dat mislukking voor rekening van Nederland kwam, moest thuiskomen. Ik heb Tange er onder meer op gewezen, dat de Indonesiërs thuis en in het buitenland de indruk wekten - - - dat de besprekingen in Genève onder meer de status van Nieuw-Guinea betroffen en dat als gevolg daarvan de Nederlandse regering steeds weer gedwongen werd dit te ontkennen. Deze door Harahap veroorzaakte confusie versterkte de oppositie tegen onderhandelingen en deed zijn partij en regering derhalve geen goed. Tange vroeg naar de reden van het ageren van de NU tegen besprekingen. Ik stelde, dat anti-Nederlandse elementen, waaronder Sukarno wel de voornaamste was, hun invloed in die richting gebruikten en de NU politieke winst hoopte te slaan uit de val van het kabinet-Harahap. Ik beaamde een andere door Tange genoemde reden, te weten de NU-beschuldiging, dat de regering had medegewerkt aan het terugtrekken van de kwestie Nieuw-Guinea uit de Verenigde Naties.' - - - Archief BZ, ingekomen codetel. Canberra 1956.
Zie ook 4398: Van Bylandt 1090
PDF afbeelding (438 KB)