Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3794

Nummer 3794
Datum 24-3-1954
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Bylandt 1092
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Bylandt, W.F.L. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1954
Dossiernummer
Trefwoorden Ceram
Molukken, Zuid-Molukken, Ambon
Molukkenopstand/RMS, Republik Maluku Selatan
Siboela/Hoamoa-kwestie
Annotatie inleidende noot:
Op 1 feb. had Van Bylandt onder no 929 geseind: 'De laatste berichten van Van Straten over de situatie op Ceram - op Ambon blijkt van RMS-activiteiten niets meer - en de inlichtingen welke mij van andere zijde onder andere van de Pauselijke Internuntius bereikten, wijzen erop dat de manifestaties van de RMS zich beperken tot guerilla-activiteiten. Dat de RMS in de bossen van Ceram over organen en middelen zou beschikken, welke voor een staat kenmerkend zijn, lijkt mij vrijwel ondenkbaar. Ik zal over deze aangelegenheid nader berichten zodra ik beschik over inlichtingen van de commissaris te Makassar.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1954.
      Op  2 feb. vervolgde Van Bylandt onder no 933: 'De Commissaris te Makassar berichtte mij als volgt over de feitelijke situatie op Ceram:
'In de bossen van West-Ceram opereren nog enige gewapende eenheden, aan wie echter de benaming strijdkrachten onthouden moet worden, zowel numeriek als wat gevechtswaarde betreft. Ik waag mij niet aan schattingen, doch een aantal van honderd vuurwapenen lijkt mij aan de hoge kant. Zij worden al dan niet uit vrije wil gesteund door met pijl en boog bewapende Alfuren, die zelf niet weten waarvoor zij strijden.
De kuststreek van Ceram bevindt zich in handen van de TNI en lijkt mij onmogelijk dat de RMS-troepen werkelijk offensief hiertegen kunnen optreden, behoudens in de vorm van een 'raid'.
Evenmin kan mijns inziens van een regering met feitelijk gezag over een bepaald terrotoir, noch van een geregeld overheidsapparaat met staatskas etc. gesproken worden.
Zoals bekend heeft de opperbevelhebber van het RMS-leger zich enige maanden gelegen gemeld, het merendeel van de Ministers bevindt zich achter slot en grendel, en met de mogelijkheid dat Dr. Soumokil gesneuveld is, houd ik nog steeds rekening.
Ik kan de RMS dan ook niet meer als een realiteit zien al leeft zij in de harten van vele Ambonezen nog steeds voort.' T.a.p.
Zie ook 390: Ministerraad
4198: Beyen 552
4519: Van Bylandt 1300
PDF afbeelding (131 KB)