Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3800

Nummer 3800
Datum 14-4-1954
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Bylandt 1181
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Bylandt, W.F.L. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1954
Dossiernummer
Trefwoorden Indo-China
Indonesië, neutraliteits-/ongebonden landen-politiek van -
Sunario/Sunarjo (PNI), parlementarier, minister van Buitenlandse Zaken 8/'53-12/'55, ambassadeur te Londen '56-'61
unieverhouding/RTC-akkoorden, (Haags) overleg '54 ter herziening/beëindiging van de - ; zie ook: Haags Protocol
unieverhouding/RTC-akkoorden, beëindiging/opzegging van de -
Annotatie inleidende noot:
Op 13 april had Van Bylandt onder no 1175 o.m. geseind: 'Zaterdag ontmoette ik Sumardi van het Uniesecretariaat aan een lunch en in een meer vertrouwelijke ontboezeming zeide hij, dat van een behoorlijke voorbereiding van de Uniebesprekingen aan Indonesische zijde geen sprake is. Men wil blijkbaar de Unie opheffen, doch op hetgeen daarvoor in de plaats dient te treden, bezint men zich nauwelijks. Hij zeide dat men eigenlijk niet wist wat men wilde en gaf als voorbeeld de al of niet bestendiging van de A-rekening.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1954.

noot slot sub 2:
Bij tel. no 1188 van 15 april merkte Van Bylandt  naar aanleiding van het in deze paragraaf vermelde nog op, 'dat de rede van Dulles over de Zuidoost-Azië-politiek hier weinig is becommentarieerd. De Indonesische pers heeft eerst in de tweede week van April een enkele reactie gegeven. Een enkel communistisch en PNI-commentaar sprak van de bedreiging van Dulles en vreesde dat interventie in Indo-China van buitenlandse (Westerse) mogendheden de vrede van Zuidoost-Azië in gevaar zou brengen. Behoudens handhaving van de onafhankelijkheidspolitiek werd bespreking op de Colombo-conferentie aanbevolen. De nog niet ingewerkte nieuwe Secretaris-Generaal van Buitenlandse Zaken, meende dat Dulles niets nieuws had gezegd. Mijn Amerikaanse collega vroeg mij dezer dagen, of ook ik de indruk had dat de rede hier niet de aandacht had gehad, die zij verdiende. De verklaring hiervoor is wellicht deze, dat men zich meer bezig houdt met de binnenlandse politiek.' T.a.p.

slotnoot:
In reactie op Van Bylandt 1181 seinden Beyen/Luns op 20 april onder no 701 o.m.: 'Wij namen met belangstelling kennis van de weergave van uw gesprek met Sunarjo in uw 1181, dat weinig hoop zou geven voor mogelijkheid om in een gesprek met Indonesische ministers tot enig resultaat te komen ware het niet, dat de beschouwingen over de Nederlands-Indonesische besprekingen, welke zijn vervat in uw brief nr. 1516 d.d. 5 dezer, de veronderstelling wettigen, dat de Indonesische regering ondanks op Nederland uitgeoefende en uit te oefenen druk, zal aarzelen redelijk Nederlands onderhandelingsaanbod met eenzijdige actie te beantwoorden, ook al zou het behalen van spectaculair resultaat op korte termijn niet mogelijk zijn.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1954.
Zie ook 3994: Beyen/Luns 109
PDF afbeelding (318 KB)