Gegevens van record 3842
| Nummer | 3842 |
|---|---|
| Datum | 8-5-1956 |
| Soort | codetelegram(men) |
| Kenmerk | Van Roijen 181 |
| Opschrift/Bijlage(n) | |
| Verzender(s) |
Roijen, J.H. van
(info)
|
| Ontvanger(s) |
Beyen, J.W.
(info)
Luns, J.M.A.H. (info) |
| Plaats van opmaak |
Washington |
| Plaats van bestemming |
Den Haag |
| Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
| Bestand | archief BZ, ingek. codetel. Washington 1956 |
| Dossiernummer | |
| Trefwoorden |
Amerika, houding/positie van - Elbrick, C. Burke, (Acting) Assistant Secretary for European Affairs St. Dept. Jones, Director Western Europe St. Dept. Jungschläger-/Schmidt-/NIGO-processen; zie ook NIGO-arrestanten, Doornik etc Merchant, Livingston T., Assistant Secretary of State Western European Affairs St. Dept. Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van - Sukarno, bezoek - aan de Verenigde Staten unieverhouding/RTC-akkoorden, beëindiging/opzegging van de - |
| Annotatie |
inleidende noot: Op 19 april had Van Roijen bij tel. no 114 verslag gedaan van het gesprek met Livingston Merchant, Assistent Secretary of State for European Affairs. Aanleiding hiertoe was, aldus Van Roijen, 'de weinig bevredigende stand van zaken m.b.t. de verhouding tussen onze beide landen, waarbij voor het eerst een zeker anti-Amerikaans sentiment in Nederland is ontstaan. Ik zei, evenals ik dat aan McArthur had beduid, dat één van de bedenkelijkste zijden van dit verschijnsel wel is, dat de openbare mening in ons land thans meer ontvankelijk is geworden voor kritiek van buiten.' Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1956. Op 20 april had Van Roijen voorts onder verwijzing naar zijn 'recente demarches en gesprekken op het State Department' onder no 131 geseind dat het z.i. 'thans nog moeilijk te beoordelen [was] welke punten het beste naar voren kunnen worden gebracht tijdens het bezoek van Sukarno, daar zulks van de situatie van het ogenblik zal afhangen. Reeds leeft op State Department de gedachte dat Indonesië niet alleen bezig is Nederland van zijn voorrechten te beroven doch het zelfs als minst begunstigde natie te behandelen. Ik ben doende met mijn staf hieraan zowel op persoonlijke als meer officiële basis uitvoerig aandacht te wijden waarbij voornamelijk de argumentatie "heden wij morgen gij" op de Amerikanen indruk blijkt te maken.' T.a.p. |
| Zie ook |
3466:
Van Roijen 374
3848: Van Roijen 190 |
| afbeelding (181 KB) |