Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3847

Nummer 3847
Datum 21-12-1954
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Beyen/Luns 228
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Roijen, J.H. van (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Washington
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1954
Dossiernummer 7
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
bedrij(fsle)ven, houding/positie van het -
communisme
Dulles, John Foster*, US Secretary of State '53-'59
Molukken, Zuid-Molukken, Ambon
Nederlanders in Indonesië, houding/(veiligheids)positie van -
Robertson, Walter S., Assistant Secretary of State Far Eastern Affairs St. Dept. april '53-'59
Stassen, Harold E., Director of Foreign Operations Administration; Special Assistant to the President
Zuid/Zuidoost-Azië
Annotatie slotnoot:
Onder verwijzing naar dit telegram seinde Van Roijen op 23 dec. onder no 468 aan Den Haag: 'Pogingen onzerzijds om de houding van de Verenigde Staten met betrekking tot de toestand in Indonesië te beïnvloeden in verband met de nieuwe conceptiestrijd tegen het communisme in Azië (namelijk Amerikaanse plannen tot verhoging der levensstandaard in betrokken landen met behulp van Westelijke investeringen) moeten mijns inziens in navolging van het gesprek Beyen-Stassen ook hier in Washington (bij verschillende regeringsinstanties en op diverse niveaux) energiek worden voortgezet. Wij moeten ons evenwel realiseren, dat men - overheersende stemming op het State Department althans - waarschijnlijk houding zal aannemen van 'wij moeten het minste van twee kwaden kiezen'. Enerzijds zal men in deze kringen erkennen, dat inderdaad vermindering van Nederlandse invloed in Indonesië tot uiteindelijke verlaging van de Indonesische levensstandaard zal leiden, doch anderzijds zal men, erop vertrouwende dat een en ander niet zo een vaart zal lopen, van mening zijn dat in afwachting van de verkiezingen in Indonesië in 1955, Amerika niets moet doen om 'door te schijnen openlijk partij te kiezen voor Nederland de anti-Amerikaanse communisten en fellow travelers nieuwe propagandawapens in handen te spelen'.
Al mogen deze argumenten ons weinig steekhoudend voorkomen, toch moeten wij rekening houden met het feit, dat zij tegen ons zullen worden uitgespeeld en thans reeds gebruikt worden om lieden zoals Walter Robertson en Senator Knowland ervan te overtuigen, dat men de Indonesiërs niet "tegen zich in het harnas moet jagen".
Hoewel mij bekend is dat bepaalde Amerikaanse groepen en individuen ons uit Indonesië zouden willen verdringen, ben ik overtuigd dat de verantwoordelijke Amerikaanse instanties, op grond van het welbegrepen eigenbelang van het Westen, zulke strevingen resoluut zouden afkeuren.' NA, archief Minkol., codetel. 1954, 7.
Zie ook 3741: Van Roijen 476
4726: Van Roijen 480
5114: Van Roijen 439; Van Roijen 441
PDF afbeelding (162 KB)