Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3879

Nummer 3879
Datum 23-5-1956
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 224
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Roijen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingek. codetel. Washington 1956
Dossiernummer
Trefwoorden Bell, James D., Director South West Pacific Affairs St. Dept.
MacArthur, Douglas, generaal, vanaf. '57 ambassadeur van de VS te Tokio
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
pers/publieke opinie, Amerikaanse
pers/publieke opinie, Nederlandse
Ruslan Abdulgani, minister van Buitenlandse Zaken van Indonesië, vice-voorzitter Nationale Raad (Dewan Nasional)
Sukarno, bezoek - aan de Verenigde Staten
Sukarno, positie/houding van -
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische
Annotatie slotnoot:
Op 25 mei liet Van Roijen hier onder no 229 op volgen: 'In de loop van een gesprek van een mijner medewerkers met sous-chef West-Europa bracht deze zelf nog het bezoek van Sukarno ter sprake. Hij wilde op persoonlijke en strikt vertrouwelijke basis wel zeggen dat men op het State Department zijn hart had vast gehouden voor het effect van dit bezoek op de Nederlands-Amerikaanse verhoudingen: voor een verdere aanzienlijke verscherping werd gevreesd. Zegsman zeide opgelucht te zijn aangezien hij ondanks vele Nederlandse persreacties over het bezoek welke hij had bestudeerd toch de indruk had dat het bezoek als zodanig de officiële betrekkingen met Nederland en de verstandhouding tussen "informed officials" van beide zijden niet moeilijker had gemaakt. Hij vroeg of wij thans niet ook "confident" waren dat het bezoek van Sukarno het VS-standpunt t.a.v. Nieuw-Guinea in genen dele had beïnvloed. Terugkomend op de Nederlandse persreacties zeide zegsman persoonlijk zeer onder de indruk te zijn gekomen van de omvang en diepte van de Nederlandse reactie op de uitnodiging en ontvangst van president Sukarno. Hij zeide volkomen te kunnen begrijpen dat voor de Nederlanders het op één lijn stellen van Sukarno met George Washington onaanvaardbaar is en refereerde in deze samenhang aan het u bekende artikel van Reston in New York Times van zondag ll. waarin eveneens de historische juistheid van deze vergelijking wordt aangevochten. Hoewel onder de indruk van Sukarno's talenten bleek zegsman toch gereserveerd t.a.v. diens persoon. Hij gaf te kennen dat het State Department het verdere optreden van Sukarno zeer zorgvuldig zal gadeslaan. Persoonlijk meende hij dat Sukarno's ambitie wel eens aanzienlijk verder zou kunnen gaan dan de onafhankelijkheid en opbouw van Indonesië en dat Sukarno mogelijkerwijs het Westen nog veel last zal bezorgen. Gezien de strikt vertrouwelijke en persoonlijke aard van deze ontboezeming moge ik wel verzoeken hiermede grootste discretie te betrachten.' T.a.p.
      Op 31 mei seinde Van Roijen onder no 251 voorts dat 'Douglas MacArthur, Counselor of the Secretary of State' hem gezegd had  'dat het standpunt van "neutraliteit" dat de VS-regering inzake Nieuw-Guinea inneemt, ook na het bezoek van Sukarno aan Washington in geen enkel opzicht enige wijziging heeft ondergaan.' T.a.p.
Zie ook 3112: Celer 117
3478: Van Roijen 211
3491: Van Roijen 221
3854: Van Roijen 204
PDF afbeelding (151 KB)