Gegevens van record 3902
| Nummer | 3902 |
|---|---|
| Datum | 19-7-1954 |
| Soort | codetelegram(men) |
| Kenmerk | Van Bylandt 248 |
| Opschrift/Bijlage(n) | |
| Verzender(s) |
Bylandt, W.F.L. van
(info)
|
| Ontvanger(s) |
Beyen, J.W.
(info)
Luns, J.M.A.H. (info) |
| Plaats van opmaak |
Djakarta |
| Plaats van bestemming |
Den Haag |
| Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
| Bestand | archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1954 |
| Dossiernummer | |
| Trefwoorden |
Jungschläger-/Schmidt-/NIGO-processen; zie ook NIGO-arrestanten, Doornik etc Liem, djaksa/officier van justitie te Djakarta Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van - Sunario, djaksa tinggi/procureur-generaal in de NIGO-processen |
| Annotatie |
slotnoot: In aansluiting hierop seinde Van Bylandt op 6 augustus onder no 295: 'Tijdens het bezoek, dat een van mijn medewerkers op 3 dezer aan Djaksa Tinggi Sunario bracht, werd vernomen, dat de Nederlandse arrestant Schmidt waarschijnlijk nog in augustus zou worden berecht. Blijkens de ter inzage gegeven acte van verwijzing wordt de heer Schmidt respectievelijk ten laste gelegd het misdrijf, omschreven in artikel 124 lid 1 juncto lid 2, subsidiair dat omschreven in artikel 108 lid 1 ten eerste en ten tweede juncto artikel 108 lid 2 en meer subsidiair dat omschreven in artikel 169 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. Bedoelde acte van verwijzing maakt voorts melding van verdachte's leiderschap c.q. lidmaatschap van de Nederlands-Indische Guerilla Organisatie, waarvan zich het hoofdkwartier in West-Java dan wel elders op Java zou bevinden, van diens rol bij een nachtelijke "dropping" uit een onbekend vliegtuig nabij de top van de Tangkuban Prahu van voorraden ten behoeve van de Tentara Islam Indonesia, alsmede van verschillende door verdachte geleide c.q. van aan door hem deelgenomen gewapende aanvallen op politie en legerposten in de residentie Bogor. In totaal zullen niet minder dan 26 getuigen, waaronder de Nederlandse arrestanten Baden, Wiersma, Van Spall, De Braal en Pöttger, de Warga's Negara's van Nederlandse origine Ulmer, Dumais en Van Hulst, alsmede vele Indonesiërs, waaronder Tomasoa en Manoch ter zitting worden opgeroepen. Djaksa Siahaan, die als openbaar aanklager zal optreden, meende dat met de behandeling der onderwerpelijke zaak tenminste tien zittingsdagen zouden zijn gemoeid. De totale behandeling zal - naar Bouman mededeelt - waarschijnlijk veel langer duren, aangezien er slechts een of twee zittingen per week aan deze zaak zullen worden gewijd. Wegens plaatsgebrek zou de rechtszitting worden gehouden in een kleine zaal, welke slechts aan ten hoogste 30 personen plaats biedt. Voor leden van het Hoge Commissariaat zullen enkele plaatsen worden gereserveerd.' T.a.p. |
| Zie ook | |
| afbeelding (259 KB) |