Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3983

Nummer 3983
Datum 16-11-1954
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Beyen/Luns 439
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Ittersum, G.E. van (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Djakarta
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1954
Dossiernummer
Trefwoorden Darul Islam
Hoge Commissariaat/Dipl. Vertegenwoordiging te Djakarta; zie ook: diplomatieke en consulaire vertegenwoordiging/vertegenwoordigers Nederland-Indonesië vanaf feb. '56
Jungschläger-/Schmidt-/NIGO-processen; zie ook NIGO-arrestanten, Doornik etc
Lamping, A.Th.*
Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van -
Sunario, djaksa tinggi/procureur-generaal in de NIGO-processen
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Nederlandse
Annotatie slotnoot:
In reactie op dit telegram adviseerde Van Ittersum bij tel. no 628 als volgt te handelen in de daarin geformuleerde gevallen:
'1. Indien Luar Negeri ook na 1 of 2 rappels dezerzijds niet antwoordt of onder een of ander voorwendsel weigert, ware te overwegen onzerzijds dit via de pers bekend te stellen. De beslissing ware daarbij afhankelijk te stellen van de verdere houding van het OM in de aanhangige strafzaken. Blijft deze, zoals ter laatste zitting is gebleken, zich over het hoofd van de beklaagde heen richten tegen Nederland en de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging hier, dan bestaat voor zodanige publicatie mijns inziens alle aanleiding. Ik moge u in dit verband de vraag voorleggen of wij in ieder geval niet goed zullen doen bij de in te dienen nota reeds nu deze klaarblijkelijke tendens van het OM officieel te signaleren en daartegen te protesteren.
2. Indien het procesverbaal over deze beschuldigingen zou zwijgen, zou er mijns inziens aanleiding bestaan ook dit via de publiciteit wereldkundig te maken. Het moet dan toch wel een merkwaardig licht op deze zaak in het algemeen en de betrouwbaarheid van de processenverbaal in het bijzonder werpen, dat de pers belangrijke verklaringen van OM's getuigen publiceert, die naderhand uit de officiële stukken niet blijken.
3. In geval het procesverbaal wel uitsluitsel geeft zou mijns inziens in een diplomatieke nota en/of een persverklaring op de volstrekte onjuistheid en ongeloofwaardigheid van deze beschuldigingen kunnen worden gewezen. Ik kan mij zeer goed voorstellen dat u de consequenties van het officieel opvragen van extracten processenverbaal heeft willen overwegen alvorens mij tot indienen der nota te machtigen. Ik wil echter nog op een ander aspect van de zaak wijzen, dat voor mij zwaar woog bij de opstelling van mijn 603 [hier: recordnummer 3945] namelijk dat het goed zou zijn in deze vorm de Indonesische regering een waarschuwing te geven dat de Nederlandse regering dergelijke praktijken niet zonder meer zal laten passeren. Dit kan ertoe leiden, dat de djaksa van hogerhand een waarschuwing ontvangt zich te matigen, vandaar mijn advies hierboven sub 1.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1954.
Zie ook 3945: Van Ittersum 603
3947: Van Ittersum 638
PDF afbeelding (378 KB)