Gegevens van record 4051
Nummer | 4051 |
---|---|
Datum | 18-8-1954 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Luns 213 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Luns, J.M.A.H.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Bylandt, W.F.L. van
(info)
|
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming |
Djakarta |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1954 |
Dossiernummer | |
Trefwoorden |
Bouman, H.A. * Jungschläger-/Schmidt-/NIGO-processen; zie ook NIGO-arrestanten, Doornik etc Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van - pers/publieke opinie, Indonesische Sunario/Sunarjo (PNI), parlementarier, minister van Buitenlandse Zaken 8/'53-12/'55, ambassadeur te Londen '56-'61 voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Nederlandse |
Annotatie |
slotnoot: In reactie hierop seinde Van Bylandt op 28 aug. onder no 346 aan Den Haag: 'Ik heb de gelegenheid afgewacht dat Sunarjo gisteren bij mij at, om de arrestantenkwestie onder zijn aandacht te brengen. Een nota ter beantwoording van onze nota van 14 Juli is in voorbereiding. Toen ik mijnerzijds op spoed aandrong zeide hij te hopen, dat deze nota voor zijn vertrek naar de VN 10 September a.s. zou zijn aangeboden. Over deze zaak voortsprekend zei Sunarjo: 'U moet wel begrijpen, dat ik maar Minister van Buitenlandse Zaken ben, maar ik doe mijn best'; hij voelt zich uiteraard machteloos ten opzichte van zijn collega's wien deze zaak meer direct aangaat. Ik ben ervan overtuigd, dat Sunarjo inderdaad te goeder trouw in de goede richting wil werken. De lange duur van de aanhoudingen maakt op hem niet zo'n indruk. Dit overkomt Indonesiërs immers ook, en de Minister verwees mij naar de lange duur van de processen met politieke achtergrond, die er in onze tijd zijn geweest, waarbij wij over een veel beter apparaat beschikten. Hij vermeldde met name het proces tegen Sukarno. Ik drong behalve op bespoediging ook nog aan op vrijlating, desnoods uitzetting van diegenen die daarvoor in aanmerking kwamen. Hij meende op dit gebied wel iets te kunnen doen. Toen ik op de mogelijkheid wees dat dit alles in Nederland openbaar zou worden, drong hij aan op zelfbeheersing van onze zijde. Hierbij werd Westerling ten tonele gevoerd, die zo'n gevaar was voor de Indonesiërs in Nederland - zie aanslag op Militair Attaché - en Sunarjo zeide, dat ook hunnerzijds in Nederland grote matiging was betracht. Van een campagne verwachtte hij weerslag hier ten detrimente van de betrekkingen. Dit latende voor wat het is meen ik, dat inderdaad eerst afgewacht dient te worden de antwoordnota van de Indonesische regering alvorens onzerzijds iets vrij te geven voor publicatie. Ik acht het persoonlijk niet van zoveel belang dat reeds voor de aanvang van de eerstkomende (Schmidt) zaak, de zaak in de pers komt.' - - - Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1954. |
Zie ook |
3850:
Van Bylandt 194
3895: Van Bylandt 218 3911: Van Bylandt 294 3930: Luns 237 |
transcriptie (53 KB) |