Gegevens van record 4080
Nummer | 4080 |
---|---|
Datum | 22-2-1955 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Van Bylandt 909 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Bylandt, W.F.L. van
(info)
|
Ontvanger(s) |
Beyen, J.W.
(info)
Luns, J.M.A.H. (info) |
Plaats van opmaak |
Djakarta |
Plaats van bestemming |
Den Haag |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1955 |
Dossiernummer | |
Trefwoorden |
Ali Sastroamidjojo (PNI), ambassadeur van Indonesië te Washington '50-'53; minister-president van Indonesië 8/'53-8/'55; 3/'56-4/'57 Bouman, H.A. * Jungschläger-/Schmidt-/NIGO-processen; zie ook NIGO-arrestanten, Doornik etc Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van - Rochjani, djaksa/officier van justitie te Djakarta Suprapto (PKI), Procureur-Generaal te Djakarta |
Annotatie |
slotnoot (1): In aansluiting op zijn tel. no. 909 seinde Van Bylandt op 24 feb. onder no 914: 'Sedert 22 dezer heeft men zijdens het Djaksakantoor Bouman verder ongemoeid gelaten. Niettemin verzocht laatstgenoemde schriftelijk uitstel van de herbehandeling van de zaak Schmidt, welke op 24 dezer had moeten aanvangen. - - - Aangezien evenwel rechter Rochani de voor heden vastgestelde zitting niet had afgelast, ving de herbehandeling van de zaak Schmidt vanmorgen onder uiterst matige publieke belangstelling aan. Na voorlezing van het schriftelijke verzoek van Bouman liet de rechter aan verdachte Schmidt de keuze of de zitting zonder verdedigers zou worden voortgezet dan wel uitgesteld. Schmidt koos het laatste, waarop de zitting werd uitgesteld tot maandag 7 maart. Inmiddels werd heden op het Djaksakantoor vernomen, dat het getuigenverhoor in de zaak Bouman thans practisch voltooid is.' T.a.p. slotnoot (2e): Op 28 feb. werd Van Bylandt door Beyen/Luns onder no 630 telegrafisch gemachtigd 'te handelen conform het slot van uw 909. Zoals u uit ons 613 [no 4084] kon blijken zijn ook wij van mening, dat bij het onder Ali's aandacht brengen van de betrekkelijke passage uit Bouman's brief geen melding ware te maken van de zin waaruit Suprapto's onmacht blijkt. Wij blijven met Vervloet toch wel waarde hechten aan het argument dat Bouman geen enkel motief kan hebben gehad om Manoch door omkoping als getuige te elimineren, daar het gereedliggend bewijs van de leugenachtigheid van zijn tijdens het vooronderzoek afgelegde verklaringen bij voorbaat vast doet staan, dat hij ter terechtzitting als een meinedig getuige zal moeten worden geëlimineerd. Onder deze omstandigheden behoeft de verdediger bij de veronderstelde objectiviteit van de rechter van zulk een getuigenis geen nadeel voor zijn cliënt te vrezen. - - - Wij beraden ons nog omtrent de wijze waarop zo nodig in een adequate vervanging van Bouman zou moeten worden voorzien. Zou toelating van een raadsman uit Nederland niet twijfelachtig zijn zolang er in Indonesië nog andere Nederlandse advocaten zijn?' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1955. Aansluitend seinden Beyen/Luns diezelfde dag onder no 631 o.m.: 'Na kennisneming van uw 905, 907 en 909 houden ook wij ons ervan overtuigd dat Bouman door zijn contacten met zich op vrije voeten bevindende getuigen noch wettelijke bepalingen noch de erecode advocaten heeft overtreden.' T.a.p. |
Zie ook |
4077:
Van Bylandt 888
4079: Van Bylandt 905 4084: Luns 613 4181: Van Bylandt 955 |
afbeelding (335 KB) |