Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 4175

Nummer 4175
Datum 15-7-1955
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Luns 248
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Bylandt, W.F.L. van (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Djakarta
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1955
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
België, houding/positie van -
Corps Diplomatique Djakarta
Cumming, Hugh S., Officer US Embassy Djakarta '53-'57
Frankrijk, houding/positie van -
Jungschläger-/Schmidt-/NIGO-processen; zie ook NIGO-arrestanten, Doornik etc
Morland, O.C., Brits ambassadeur te Djakarta 2/'53-10/'56; Ass. Under Secretary of State for Foreign Affairs 56-58; vanaf eind '58 Superintending Under Secretary Far Eastern Affairs
Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van -
Annotatie slotnoot:
In reactie hierop seinde Van Bylandt op 16 juli onder no 362:
'Ad a. Ik acht het weinig opportuun alle drie genoemde ambtgenoten te benaderen waardoor de belangstelling geheel zou uitgaan van het "imperialistisch koloniaal front". In verband met de bereidheid van Spaak om te onzen gunste werkzaam te zijn zou ik aanraden dat ik mij voorlopig beperk tot mijn Belgische collega waarbij echter niet over het hoofd mag worden gezien dat deze zeer weinig staf heeft. Cumming heeft zijn bezoek bij mij aangekondigd voor begin volgende week. Ik zal aandringen dat van zijn zijde zoveel mogelijk belangstelling wordt getoond. Ik heb ook nog aan andere collega's gedacht bv. de Duitser die voor het geval wel belangstelling heeft getoond, en eventueel de Canadees maar ik vermoed dat er weinig animo zal bestaan to stick their necks out. Ditzelfde geld zeker in nog meerdere mate voor Aziatische collega's en ik voorzie daar slechts een weigering. Benadering van hen acht ik dan ook niet opportuun. Van Ceylonzijde zou wellicht wel een counsel of moderation zijn te verkrijgen maar ik acht het buitengesloten dat enige Aziaat zou meedoen aan iets met demonstratief karakter.
Ad. b. Ik zou dit aanvankelijk ontkennend willen beantwoorden en liever polsing Belg en eventueel andere door u gewenste nationaliteit.'  Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1955.              
            Hierop seinden Beyen/Luns op 19 juli onder no 264: 'Nu wij bij de VS en het VK bij herhaling zo krachtig hebben aangedrongen op het zenden van waarnemers achten wij het van belang elke mogelijkheid aan te grijpen ook andere landen ertoe te bewegen op deze wijze belangstelling te tonen. Derhalve verzoeken wij u zowel uw Belgische als uw Franse collega thans terzake te benaderen. Indien u dit nuttig mocht achten zijn wij voor wat Frankrijk betreft bereid dit verzoek met een demarche bij de Quai d'Orsay te ondersteunen. Voorts nemen wij aan dat u attent blijft op iedere zich voordoende gelegenheid ook uw collega's van andere, in het bijzonder Aziatische, landen ertoe te brengen op enigerlei wijze tegenover Indonesië van hun belangstelling voor deze zaak te doen blijken en op een fair trial aan te dringen.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1955.
            Bij tel. no 113 van  28 juli berichtte Hasselman dat de Belgische  zaakgelastigde instructie had ontvangen uit Brussel 'om op het Foreign Office na te gaan wat de Engelsen in de Jungschlägerzaak hebben ondernomen. Hij [had begrepen] dat het de bedoeling van Brussel was om het Engelse voorbeeld te volgen. Champenois vroeg mij of ik hem over het Engelse standpunt kon inlichten en ik heb gemeend hem niet te moeten onthouden dat het Foreign Office geen aanleiding had kunnen vinden om een formele stap te ondernemen doch anderzijds wel van belangstelling voor de processen doet blijken, o.a. door het zenden van een waarnemer. Champenois zou zijn ministerie overeenkomstig het bovenstaande inlichten. Het was niet zijn bedoeling het Foreign Office nog te benaderen.' Archief BZ, ingekomen codetel. Londen 1955.
             Op 29 juli seinde  de ambassadeur te Parijs, Van Boetzelaer, onder no 167 aan Den Haag: 'Belgische ambassade ontving opdracht ter Quai d'Orsay te informeren of Nederland Franse regering soortgelijk verzoek had gedaan als Belgische inzake bijwoning Jungschlägerproces. Ter Quai d'Orsay werd Belgen medegedeeld, dat zulks niet het geval was en vertrouwelijk werd daaraan toegevoegd, dat men hierover verheugd was, daar Frankrijk in Indonesië toch reeds slecht genoteerd. Franse aanwezigheid bij proces zou zeker de Franse positie verslechteren.' Archief BZ, ingekomen codetel. Parijs 1955.
          Naar aanleiding van dit telegram seinde Buitenlandse Zaken op 19 aug. onder no Celer 336 aan Djakarta: 'Voor de goede orde berichten wij u dat wij aannemen, dat u in verband met het u bekende telegram Van Boetzelaer 167 heeft afgezien bij Uw Franse collega aan te dringen op het zenden van een observer naar de rechtszittingen Jungschläger.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1955.
Zie ook 4249: Van Ittersum 422
4887: Hagenaar 943
5204: Hasselman 118
PDF afbeelding (114 KB)