Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 4268

Nummer 4268
Datum 13-8-1956
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Voorst 481
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Voorst tot Voorst, S.G.M. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingek. codetel. Washington 1956
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Elbrick, C. Burke, (Acting) Assistant Secretary for European Affairs St. Dept.
Lancaster, Officer Netherlands Desk St. Dept.
pers/publieke opinie, Amerikaanse
schuldenkwesties tussen Nederland en Indonesië; zie ook: leningen van Nederland aan Indonesië
Suezkanaal/ -kwestie
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Nederlandse
Annotatie noot bij 'kopie nota Hagenaar' in 1e alinea: Vgl. recordnummer 4776

noot bij slot 4e alinea:
In antwoord hierop seinde Beyen op 15 aug. onder no 231: 'Landen bij welke demarches werden ondernomen inzake Indonesische schuldenopzegging zijn: Canada, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België, West-Duitsland, Italië, Pakistan, India en Australië. U kunt State Department hieromtrent inlichten. Reacties op deze demarches zijn en worden toegezonden aan alle betrokken posten.' Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1956.

slotnoot:
Op 18 aug. seinde Beyen onder no 237, hierbij ook verwijzend naar het in de annotatie van recordnummer 4279 aangehaalde telegram no Van Voorst 490,  dat 'de door Indonesische ambassade te uwent gebruikte argumentering dat door Indonesië bij Nederlandse kwijtschelding van Hfl. 2 miljard voorbehoud gemaakt zou zijn, alleen reeds onaannemelijk [is], omdat Indonesië, evenals Nederland, ter RTC bij voorbaat verklaard heeft de uitspraak van de speciale schuldencommissie te zullen aanvaarden. (Vijfde verslag UNCI aan Veiligheidsraad 8 nov. 1949 par. 29). Ten overvloede zijn echter notulen en verslagen van RTC nog eens geraadpleegd. Hieruit blijkt dat, zoals verwacht kon worden, van Indonesische zijde nimmer enig voorbehoud bij de aanvaarding van de uitspraak der schuldencommissie is gemaakt. - - - Wij kunnen erop rekenen dat van Indonesische zijde nieuwe verzinsels zullen worden geproduceerd, bijv. dat Indonesië in een dwangpositie verkeerde en dat bedoeld voorbehoud onofficieel buiten de conferentie gemaakt is. U gelieve in voorkomend geval dergelijke pogingen, als een zichzelf respecterende souvereine staat onwaardig, van de hand te wijzen.' Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1956.
Zie ook 421: Ministerraad
4776: Beyen/Luns 332
5223: Stikker 120
PDF afbeelding (167 KB)