Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 4281

Nummer 4281
Datum 14-9-1955
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Bylandt 593
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Bylandt, W.F.L. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1955
Dossiernummer
Trefwoorden Harahap, zie Burhanuddin Harahap
Indonesië, politieke/bestuurlijke aangelegenheden in -
Morland, O.C., Brits ambassadeur te Djakarta 2/'53-10/'56; Ass. Under Secretary of State for Foreign Affairs 56-58; vanaf eind '58 Superintending Under Secretary Far Eastern Affairs
olie-aangelegenheden
Sumatra, Noord -
Tomlinson, Frank S., Head Southeast Asia Department FO
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
Annotatie slotnoot:
Onder verwijzing naar dit telegram van Van Bylandt seinde Beyen op 16 sept. onder no 55 aan Stikker te Londen 'het doen van een stap bij Indonesische regering inzake de Noord-Sumatraanse olievelden, hetzij door de Britse regering hetzij onzerzijds, inopportuun [te achten], aangezien de belanghebbende zelf, te wiens behoeve de stap zou geschieden, hierop blijkbaar geen prijsstelt; directie BPM alhier heeft ons bovendien vertrouwelijk medegedeeld, dat Harahap reeds geruststellende toezegging deed, waarmede BPM voorlopig tevreden. Onder deze omstandigheden is er mijns inziens geen aanleiding voor een dergelijke demarche, tenzij bijzondere overwegingen van politieke aard zulks wenselijk zouden maken. Deze overwegingen zijn in onderhavige geval niet aanwezig. Ik verzoek u Foreign Office in te lichten omtrent mijn standpunt t.a.v. regeringsstap in onderhavige aangelegenheid. Mocht echter Britse regering toch tot stap besluiten, dan kan ik overwegen [ons] hierbij aan te sluiten, aangezien in dat geval uitblijven van Nederlandse stap mogelijk door Indonesische regering uitgelegd zou kunnen worden als verdeeldheid tussen beide terzake belanghebbende regeringen.'  Archief BZ, uitgaande codetel. Londen 1955.
        In reactie hierop seinde Stikker op 21 sept. onder no 141dat een van zijn medewerkers de Nederlandse reactie aan Tomlinson, hoofd Southeast Asia Department, had uiteengezet. 'Uit reactie bleek', aldus voorts Stikker, 'dat originele toedracht zoals door Morland geseind, enigszins afwijkt van het gemelde in Van Bylandt 593'. De relevante passage luidde namelijk: '"In the course of a discussion about British business interests in Indonesia the Foreign Minister enquired about the oil fields in Northern Sumatra and asked me to give him a written statement about the position of the fields in order that he might raise this when the cabinet would discuss the question of the return of the fields to the company. This point might come up in the near future." Reactie Foreign Office was dat men geneigd was te handelen als door Anak Agung verzocht. In gebreke blijven zou indruk maken als ware Verenigd Koninkrijk niet geïnteresseerd. Naar aanleiding van opmerking van mijn medewerker dat BPM-vertegenwoordiger hiervoor niet geporteerd was, werd medegedeeld dat Britse regering zich eerst met belanghebbende wil verstaan. Derhalve wordt bijeenkomst gearrangeerd tussen Ministry of Fuel en Power en Royal Dutch Shell, waarvoor BPM-vertegenwoordiger uit Nederland zal overkomen. Van resultaat dezer bespreking zal ambassade worden ingelicht. Nog merkte medewerker op dat voor geval Britse regering toch zou besluiten tot doen overhandigen 'written statement', Nederlandse regering eventueel analoge handeling zou verrichten, vooral wegens overwegend Nederlandse participatie in BPM.' - - -  Archief BZ, ingekomen codetel. Londen 1955.
Zie ook 3750: Van Ittersum 725
PDF afbeelding (119 KB)