Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 4441

Nummer 4441
Datum 26-11-1955
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Luns 564
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Bylandt, W.F.L. van (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Djakarta
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1955
Dossiernummer
Trefwoorden Bouman, mevrouw M., fungerend strafpleiter in de NIGO-processen
Jungschläger-/Schmidt-/NIGO-processen; zie ook NIGO-arrestanten, Doornik etc
Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van -
Nederlandse Militaire Missie (NMM) in/Nederlandse militaire steun aan Indonesië
Pamuntjak, Nasir D., ambassadeur van Indonesië te Parijs '50-'53; hoofd div. Afrika en Europa van het ministerie van Buitenlandse Zaken
Pereira, A.J.A., hoofd Nederlandse Militaire Missie tot sept. '53
Sunario, djaksa tinggi/procureur-generaal in de NIGO-processen
Annotatie inleidende noot:
Onder no 854 had Van Bylandt op 24 nov. een beknopt verslag van de rechtszitting in de zaak Jungschläger van die dag aan Den Haag geseind. Dit verslag begon als volgt:
'Naar aanleiding van verzoek van verdedigster om getuigen uit Nederland te doen overkomen merkt djaksa op dat deze getuigen betrokken zijn in de ondergrondse organisatie en dus wel meineed zullen plegen en dat dus misschien stappen tegen hen zouden moeten worden genomen (mevrouw Bouman en Bonn achten deze tirade voorshands een loos dreigement) en hij acht verhoor van die getuigen dus onnodig.'
Van Bylandt vroeg zich nu af 'of geen protest op zijn plaats is over de opmerking van de djaksa uit de aanvang van dit telegram welke direct de NMM treft in haar hoofdofficieren.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1955.

slotnoot:
In reactie hierop seinde Van Bylandt op 29 nov. onder no 874 o.m.: 'Protestnota  over uitlatingen van djaksa Sunario zoals weergegeven in mijn 854 heden door Hagenaar aan Pamuntjak
overhandigd (wegens onbereikbaarheid van secretaris-generaal), waaraan Hagenaar slechts toevoegde dat onder de toe te laten getuigen à decharge uit Nederland die door de uitlatingen van Sunario worden getroffen zich de aan de directeur Europa wel niet onbekende generaal Pereira bevindt, voormalig hoofd van de NMM, welke missie in Indonesië waardering had gevonden - - - Pamuntjak reageerde aanvankelijk slechts met de mededeling dat hij juist van de secretaris-generaal van Justitie had gehoord dat de eerste zitting van het horen der getuigen uit Nederland door de rechter is bepaald op 15 december as.' en dat genoemde getuigen 'tijdens hun verblijf te Djakarta geen contact mogen hebben met andere getuigen', en dat zij bovendien 'onder bewaking zullen worden gehuisvest in Hotel der Indes'. Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1955.
Op 1 dec. liet hij daar onder no 898 opvolgen dat  met het oog op de verkiezingen voor de Constituante op 16 dec. en de komende kerstdagen 'als nieuwe rechtsdagen voor het horen der getuigen à decharge uit Nederland 5 en 6 januari 1956' waren vastgesteld. T.a.p.
      Op 5 dec. verzocht Beyen bij tel. no 593 Van Bylandt 'zich [er]van te vergewissen dat de oorspronkelijk gegeven garantie op generlei wijze wordt beperkt, met name dat bewegingsvrijheid der getuigen niet wordt beperkt. Zonodig zal daarop krachtig moeten worden geïnsisteerd.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1955.
Zie ook 502: Ministerraad
4280: Van Bylandt 586
4321: Van Bylandt 913
PDF afbeelding (126 KB)