Gegevens van record 4518
Nummer | 4518 |
---|---|
Datum | 13-12-1956 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Middelburg 1260 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Middelburg, D.G.E.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Luns, J.M.A.H.
(info)
|
Plaats van opmaak |
Djakarta |
Plaats van bestemming |
Den Haag |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1956 |
Dossiernummer | |
Trefwoorden |
Etnabaai NG, (rechts)positie/houding gevangenen op - NG, infiltraties/infiltranten op - NG, positie/houding Indonesiërs op - pers/publieke opinie, Indonesische voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Nederlandse |
Annotatie |
inleidende noot: Op 11 dec. had Luns bij tel. no Celer 664 Middelburg o.m. bericht, dat 'in overweging [was] u op te dragen bij Luar Negeri een protestnota in te dienen' en dat het 'de bedoeling [was] deze tekst hier te doen publiceren na overhandiging der nota te uwent.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1956. Onder no 677 liet hij hier op 13 dec. 'een concept voor een protestnota' op volgen, waarin werd gewezen op het feit dat dit een herhaling was van een gelijksoortige campagne van Indonesische zijde die in maart/april van dat jaar ook al was gevoerd; dat de zaak toen door de Nederlandse regering in een nota was rechtgezet [recordnummer 4828] en dat de Indonesische regering derhalve 'volledig op de hoogte [was] van de feiten inzake de Etnabaai-infiltratie'. T.a.p. slotnoot: Vervolgens seinde Middelburg op 14 dec. onder no 1266 aan Luns: 'Uw 677 en mijn 1260 hebben elkaar gekruist. Bij nadere bestudering van deze kwestie op grond van het gestelde in uw aangehaald telegram kom ik tot de conclusie dat het beter is wel iets meer publiciteit in deze te ondernemen dan in het slot van mijn 1260 werd voorgesteld. Ik ben echter van gevoelen dat het opnieuw opbrengen van de uitlatingen van vorig voorjaar alsmede de aanhaling van nota's en protesten de verwerking van ons document door de pers minder gemakkelijk maken. Teneinde te bereiken dat onze tekst inderdaad in de pers wordt opgenomen zal het n.h.v. gewenst zijn deze of in elk geval de press release zoveel mogelijk te bekorten.' Archief, ingekomen codetel. Djakarta 1956. Op 21 dec. seinde Middelburg voorts onder no 1295 over de aanhoudende 'propaganda betreffende beweerde Nederlandse wreedheden op Nederlands Nieuw-Guinea': 'Waar als bron van dit bericht Surabaja wordt genoemd lijkt het niet uitgesloten dat een en ander verklaard is door de teruggezonden infiltranten die thans aldaar worden gescreend. Ik vraag mij af of het niet wenselijk is dat zo spoedig mogelijk een beslissing wordt genomen ten aanzien van de indiening van een Nederlandse nota zoals gedacht in mijn 1260 en uw 677. Mij is nog gebleken dat in diplomatieke kringen hier ter stede belangstelling voor deze zaak bestaat en dat de werkelijke feiten niet of niet voldoende bekend zijn.' T.a.p. Zie recordnummers 3287 en 4895. |
Zie ook |
3287:
Van Roijen 876
3437: Middelburg 1259 4461: Middelburg 1301 4828: Hagenaar 154 4895: Luns 695 |
afbeelding (433 KB) |