Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 4566

Nummer 4566
Datum 19-5-1956
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hagenaar 282
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hagenaar, H. (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1956
Dossiernummer
Trefwoorden diplomatieke en consulaire betrekkingen Nederland-Indonesië vanaf februari '56, aard/naam/organisatie van de -
Dulles, John Foster*, US Secretary of State '53-'59
Jungschläger-/Schmidt-/NIGO-processen; zie ook NIGO-arrestanten, Doornik etc
NAVO/Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van -
onderwijsaangelegenheden/opleidingen
schuldenkwesties tussen Nederland en Indonesië; zie ook: leningen van Nederland aan Indonesië
Annotatie slotnoot:
Over ditzelfde onderhoud seinde Hagenaar op 19 mei onder no 283 voorts, dat mr. Oei ook nog had gezegd, 'dat het niet de bedoeling zou zijn de schulden, ontstaan uit de door Indonesië overgenomen leningen, niet te betalen. Slechts wilde men nagaan in hoeverre de gelden waren besteed in het belang der bevolking zelve. Bijvoorbeeld zouden schulden, aangegaan voor de opbouw van het Westerse onderwijs voor rekening van Nederland dienen te komen, terwijl schulden als gevolg van uitgaven voor Indonesisch onderwijs door Indonesië zouden worden betaald. Men zou ook uiteenrafelen in hoeverre uitgaven waren gedaan speciaal voor het Indonesische volk en in hoeverre anderzijds zij uiteindelijk in het Nederlands belang waren geweest. Hij deelde mede dat men ter RTC de schulden zomaar had geaccepteerd en niemand toendertijd inzage had genomen van de boekhouding der Generale Thesaurie. Nu werd Hatta verweten dat hij deze schulden ongezien had overgenomen daar bij bestudering van de boekhouding was gebleken dat er een grote discrepantie bestond tussen de sommen uitgegeven voor specifieke volksbelangen en uitgegeven voor Nederlandse belangen. Hierbij zij aangetekend dat deze opvatting kan leiden:
a) tot langdurige controversiële beschouwingen in de commissie Wibisono en
b) een periode van debatten tussen Nederland en Indonesië.' T.a.p.
Aansluitend seinde Hagenaar diezelfde dag onder no 284: 'In het gesprek liet Oei Jong Tjioe zich op felle wijze uit over de getuigen Manoch en Tomasoa, die hij volkomen onbetrouwbaar noemde, evenals enkele andere getuigen in de zaak Schmidt (Baden met name). Hij vestigde er echter de aandacht op, dat door de Nefis vroeger dezelfde onbetrouwbare sujetten Manoch en Tomasoa waren gebruikt en dat op hun getuigenverklaringen heel wat Indonesiërs waren veroordeeld. Volgens mr. Oei zou men van Indonesische zijde wel bereid zijn de overige arrestanten (uiteraard m.u.v. Schmidt, wiens zaak reeds bij de rechter is) vrij te laten. De voorzitter van het Hoog Gerechtshof mr. Wirjono zou reeds een advies in die zin hebben gegeven. De vrijlating hokte echter volgens zegsman op de Indonesische bureaucratie.' - - - T.a.p.
Zie ook 4562: Hagenaar 266
4567: Hagenaar 290
PDF afbeelding (110 KB)