Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 4593

Nummer 4593
Datum 9-11-1955
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Winkelman 80
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Winkelman, A.M.L. (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Canberra
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1955
Dossiernummer 4
Trefwoorden Anak Agung Gde Agung, Ide (AA), minister van Binnenlandse Zaken van Indonesië 12/'49-12/'50; ambassadeur te Brussel, '50-'54; minister van Buitenlandse Zaken '54-maart '56
Casey, Robert G., minister van Buitenlandse Zaken van Australië '51-'60
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
Spender, Sir Percy C., minister van Buitenlandse Zaken van Australië tot medio '51; ambassadeur van Australië te Washington
unieverhouding/RTC-akkoorden, (Haags) overleg '55 ter herzien/beëindiging van de - ,
Annotatie slotnoot:
Op 11 nov. noteerde chef DIO, C.L. Patijn,  in een voor 'T', Luns,  bestemd memorandum, dat de Australische tijdelijk zaakgelastigde, Homer, hem een telegram van 10 november van Casey aan Spender had voorgelezen, waarin Casey nogmaals uiteenzette, '"dat er geen verandering, welke dan ook, in de positie van Australië t.a.v. de souvereiniteit over Nieuw-Guinea [was] opgetreden." Vervolgens werd uiteengezet, "dat Australië nog steeds op het standpunt staat, dat er geen discussie in de VN moet plaatsvinden over de Nieuw-Guineazaak. Een resolutie als die van het vorig jaar is voor Australië niet aanvaardbaar. In het daarop volgende punt wordt een onderscheiding gemaakt tussen de mogelijkheid het VN-debat te beperken tot een procedureel debat of het de omvang van een substantieel debat te laten aannemen. Sir Percy dient na te gaan wat de Nederlandse delegatie verkiest. Hierbij tekent Casey aan, dat hij bedoelt met procedureel debat een discussie, die zich beperkt tot de vraag of de kwestie al of niet in behandeling zal worden genomen. Met substantieel debat bedoelt hij een debat als het vorig jaar, dat hopelijk zou uitlopen op een verslaan van een Indonesische resolutie. De volgende paragraaf was niet geheel duidelijk, doch wekt de indruk, dat er aan Australische zijde voorkeur is voor een procedureel debat, omdat daarbij de medewerking van de Indonesiërs verkregen zou kunnen worden. In de laatste paragraaf wordt opgemerkt, dat uiteraard Indonesië niet zou kunnen volstaan met een resolutie, waarin niets meer wordt gezegd dan dat er geen debat zal plaatsvinden. Als laatste opmerking wordt nog vermeld, dat Rum tegenover Menzies heeft gezegd, dat Indonesië geheel bereid is te vermijden, dat er een ""acrimonious" discussie zal ontstaan te New York." Ik heb de heer Homer een uiteenzetting gegeven van de verschillende casusposities en getracht hem ervan te doordringen, dat de scheiding tussen procedureel en substantieel debat niet geheel reëel is. - - - Tenslotte heb ik hem gevraagd:
a. te Canberra erop aan te dringen, dat zo mogelijk in New York in de komende 14 dagen nog eens een zeer duidelijk statement wordt afgegeven van de Australische regering, waaruit blijkt, dat Australië niet voelt voor discussies tussen Nederland en Indonesië over de souvereiniteit van Nieuw-Guinea;
b. om erop aan te dringen, dat aan Sir Percy Spender een zo ruim mogelijke marge wordt verstrekt om in overleg met de Nederlandse delegatie te New York de verdere taktiek te bepalen.'  Archief BZ, GS 1955-1964, 1614.
Zie ook 4592: Winkelman 76
4594: Winkelman 81
4735: Van Roijen 556
PDF afbeelding (561 KB)