Gegevens van record 4610
Nummer | 4610 |
---|---|
Datum | 13-4-1955 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Schürmann 4 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Schürmann, C.W.A.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Beyen, J.W.
(info)
Luns, J.M.A.H. (info) |
Plaats van opmaak |
New York |
Plaats van bestemming |
Den Haag |
Bewaarplaats | Nationaal Archief |
Bestand | archief Minkol., codetel. 1955 |
Dossiernummer | 5 |
Trefwoorden |
Indonesië, bezoeken aan/missies naar - Latijns-Amerikaanse landen, houding/positie van de - NG, bezoeken aan/missies naar - NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië) |
Annotatie |
inleidende noot: Op 7 april hadden Beyen/Luns onder no 2 Schürmann telegrafisch verzocht 'inlichtingen te zenden over bezoek aan Indonesië van de permanente vertegenwoordigers van San Salvador, Equador en Bolivia, alsmede omtrent [hun] eventuele terugreis over Nederland. In geval van zodanige terugreis lijkt gesprek onzerzijds met hen gewenst. Wij verzochten Djakarta ons op de hoogte te houden'. NA, archief Minkol., codetel. 1955, 5. slotnoot: Onder verwijzing naar dit telegram seinde Van Roijen op 20 april onder no 63 aan Den Haag dat ook hij 'het voorstel om aan ons welgezinde landen een uitnodiging tot een bezoek aan Nieuw-Guinea [te] doen toekomen', van harte steunde. 'Moge hierbij aantekenen, dat het mij, voor het geval u tot een zodanige uitnodiging mocht besluiten, essentieel lijkt, dat bedoelde Latino-vertegenwoordigers op terugweg in Nederland worden opgevangen en aldaar chalereus worden onthaald.' Waarop Beyen/Luns op 21 april onder no 27 antwoordden weinig te voelen 'voor gedachte ons welgezinde vertegenwoordigers van Latijns-Amerikaanse landen uit te nodigen voor een bezoek aan Nieuw-Guinea: 1. omdat het hier geen deskundigen betreft - - -, maar diplomaten, die wellicht overwegend indrukken zullen opdoen, die eerder in ons nadeel kunnen uitvallen; 2. omdat het voor gouverneur geen gemakkelijke taak zal zijn Zuidamerikaanse diplomaten gewenst onthaal te bieden' - - -. Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1955. Onder no 67 seinde Van Roijen daarop, dat zijn belangrijkste overweging bij een eventuele uitnodinging van Zuidamerikaanse diplomaten was, 'dat bedoelde heren in eventueel over kwestie Nieuw-Guinea te New York te houden vergaderingen van Latino-vertegenwoordigers bij VN zullen kunnen zeggen: Wij zijn er zelf geweest en speken uit eigen waarneming. Dit kan een belangrijk argument in ons voordeel zijn.' NA, archief Minkol., codetel. 1955, 7. Op 26 april seinde Kernkamp onder no 13 de inhoud van deze telegramwisseling in grote lijnen door aan Hollandia, met het verzoek te mogen vernemen hoe Van Baal hiertegenover stond. NA, archief Minkol., codetel. 1955, Hierop reageerde Van Baal op 2 mei onder no 14 als volgt: 'Het voorgestelde bezoek is uit de aard der zaak welkom. Ik mag echter niet verhelen te zeggen, dat ik er bijzonder tegenop zie, daar niets van het comfort en het aangenaam gezelschap geboden of georganiseerd kan worden, dat door de Zuidamerikaanse gasten zo hoog wordt gewaardeerd. Huisvesting is moeilijker dan ooit. Ik heb ook geen beschikking over een comfortabele boot om er een reis mee te maken. Ik kan de heren nergens kamers aanbieden, zelfs voor het geval er slechts drie of vier personen komen, ook niet in mijn huis. Hoeveel dagen moet het verblijf worden? Bij een invitatie mag in elk geval wel worden gesteld dat dit land op het gebied van Wein, Weib und Gesang niets oplevert. Verder is het buiten Biak, Hollandia en Sorong wat betreft de accommodatie behelpen.' NA, archief Minkol., codetel. 1955, 8. Waarop Kernkamp op 26 mei onder no 28 o.m. antwoordde, dat aan betrokkenen was medegedeeld 'dat zij aan comfort weinig te verwachten' hadden. NA, archief Minkol., codetel. 1955, 9. Op 31 mei seinde Schürmann onder no 25 voorts: 'Aangezien, zoals ik U bij mijn 4 deed weten, de in Uw 2 geopperde gedachte om ons welgezinde Latino's uit te nodigen, voor een bezoek aan Nieuw-Guinea ook naar voren werd gebracht door Urrutia, die zelf de uitnodiging terstond aanvaardde en andere deelnemers suggereerde, heb ik het feit dat Freitas Valle en Colina niet naar Nieuw-Guinea zullen gaan, thans eerst met Urrutia besproken. Urrutia was daarover niet verwonderd, daar hij dit reeds had verwacht - - -. Hij bevestigde hetgeen hij reeds eerder had gezegd, namelijk dat de uitnodiging op prijs zou worden gesteld, ook indien zij niet werd aanvaard. Op grond van Uw 11 spraken wij tevens over mogelijke andere reisgenoten. Urrutia was het meest geporteerd door Nuñez Portuondo of diens plaatsvervanger Blanco van Cuba en de vertegenwoordiger van Guatemala, Arenales. Cuba zou in de laatste tijd enkele indicaties hebben gegeven, dat het meer overhelde naar onze zienswijze inzake Nieuw-Guinea. Aangezien ik heden naar Curaçao vertrek, zal Schiff Nuñez Portuondo (of Blanco) en Arenales polsen. Zodra hun reacties bekend zijn, ontvangt U, zulks met het oog op bevestiging van de uitnodigingen in Havana en Guatemala, nader bericht.' T.a.p. In aansluiting op dit telegram van Schürmann seinde diens plaatsvervanger Schiff op 1 juni onder no 26 dat beide vertegenwoordigers 'persoonlijk bereid' waren de uitnodiging te aanvaarden. 'Arenales suggereerde tevens de vertegenwoordiger van Uruguay, Fabregat, uit te nodigen, die naar zijn mening zulks op prijs zou stellen.' Voorts vermeldde Schiff dat hij hierover Urrutia's advies had ingewonnen. 'Nu zowel Urrutia als Arenales van oordeel blijken te zijn, dat een bezoek van Fabregat aan Nieuw-Guinea voor ons nuttig kan zijn, heb ik mij met Urrutia's suggestie verenigd.' T.a.p. Op 3 juni vervolgde Schiff onder no 27: 'De Cubaanse Ambassadeur zond mij een brief, waarin hij mededeelt, dat hij zijn Regering heeft doen weten, dat hij, mits voor hem een plaatsvervanger voor de atoomconferentie te Geneve wordt aangewezen, de Nederlandse uitnodiging gaarne wil aanvaarden.' - - - T.a.p. |
Zie ook |
4613:
Schiff 29
|
afbeelding (182 KB) |