Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 4732

Nummer 4732
Datum 10-5-1955
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 114
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Roijen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1955
Dossiernummer 7
Trefwoorden Afro-Aziatisch(e) blok/conferenties/landen
Amerika, houding/positie van -
Australië, houding/positie van -
Bandung
China, Chinezen, houding/positie van -
Chou En Lai, vanaf 1949 premier van de Volksrepubliek China, tot 1958 tevens minister van Buitenlandse Zaken
Formosa/Nationalistisch China/Taiwan, -kwestie
Latijns-Amerikaanse landen, houding/positie van de -
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
pers/publieke opinie, Amerikaanse
Philippijnen, houding/positie van -
Romulo, Carlos P., ambassadeur van de Philippijnen te Washington, vertegenwoordiger in de VN
Spender, Sir Percy C., minister van Buitenlandse Zaken van Australië tot medio '51; ambassadeur van Australië te Washington
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
Annotatie inleidende noot:
Nadat Van Roijen in zijn tel. no 74 van 26 april over de AA-conferentie 'volledigheidshalve' had opgemerkt 'dat de resolutie inzake Nieuw-Guinea  - - - welke toch in bepaalde opzichten symptomatisch was voor de stemming ter conferentie, in de Amerikaanse pers tot dusver weinig of geen aandacht [had] getrokken', had hij op 3 mei onder no 97 o.m. geseind: 'Sebald was van mening, dat de AA-conferentie voor het Westen niet ongunstig was verlopen en hij achtte ook met name de Nieuw-Guineapassage in het slotcommuniqué zacht gesteld. Aan de hand van Uw 53 aan Djakarta [no 4161] werd door medewerker naar voren gebracht welke bezwaren van Nederlandse zijde ook tegen de thans aanvaarde resolutie bestonden.' - - - NA, archief  Minkol., codetel. 1955, 7.
     Op 4 mei had  Van Roijen vervolgens onder no 99 geseind dat hij over de kwestie gesproken had met de ambassadeur van Libanon te Washington: 'Aanziens Nieuw-Guinea gaf Malik te verstaan', aldus Van Roijen, 'dat betreffende resolutie was aanvaard grotendeels uit deferentie voor het gastland Indonesië, dat daaraan uitermate groot belang hechtte. Aangezien geen stemming over enige resolutie had plaats gevonden, betekende volgens zegsman unanieme aanvaarding dezer resolutie "that nobody voiced any objections against it". Toen ik daarop mijnerzijds vroeg of Malik dan van mening was, dat betrokken landen in de Verenigde Naties zich niet gebonden zouden voelen om voor het Indonesische standpunt te stemmen, antwoordde hij, dat, hoewel hij daarover geen zekerheid had, het hem toch waarschijnlijk leek, dat de delegaties van genoemde landen zich toch wel moreel gebonden zouden achten'. Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1955. Zie ook recordnummer 5578.

Vanuit Londen had Hasselman inmiddels op 2 mei onder no 33 de volgende reactie van 'Hoofd Indonesische Desk Foreign Office' op de resultaten van de Bandungconferentie, zoals medegedeeld aan een van zijn medewerkers, doorgeseind: - - -
'4. Onplezierig oordeelt men resoluties over kolonialisme, Yemen en Nieuw-Guinea, maar de teksten zijn gematigd en niet ongunstiger dan verwacht. Mijn medewerker noemde uw ontstemming over de houding Turkije, Pakistan, Ceylon en Japan die inzake Nieuw-Guinea minder steun verleenden aan ons standpunt dan zij toezegden of althans dan door u verwacht werd. Zegsman wees in dit verband op zijns inziens vrijwel onmogelijkheid voor Afro-Aziatische mogendheden om in dit milieu zich te vereenzelvigen met belangen of specifiek standpunt van enige koloniale mogendheid. Hij sloot niet uit dat houding sommige dezer landen bij opnieuw behandelen Nieuw-Guinea in VN door hun stemmen vóór Bandungresolutie beïnvloed zou worden. Door mijn medewerker werd verzocht om, wanneer enige concrete aanwijzing in deze zin verkregen mocht worden, ons daarvan in kennis te stellen.
3. Zegsman vroeg zich af of mogelijk Chou's parallel tussen Nieuw-Guinea en Formosa voor ons van gunstige invloed zou kunnen zijn op Amerikaanse houding aanziens Nieuw-Guineageschil. Opgemerkt zij dat in dit verband Indonesië-expert Amerikaanse ambassade reeds tegen mijn medewerker zeide: "Chou's thesis would make us bad fellows".'  Archief BZ, ingekomen codetel. Londen 1955.
Zie ook 4161: Beyen/Luns 53
4739: Van Roijen 11
5578: Beyen/Luns 55
PDF afbeelding (559 KB)