Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 4825

Nummer 4825
Datum 7-10-1955
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 481; Delegatie New York 21
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingek. codetel. Washington 1955
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Bond, Niles, Director UN Political and Security Affairs St. Dept.
communisme
Cypruskwestie
Dulles, John Foster*, US Secretary of State '53-'59
Jones, Director Western Europe St. Dept.
Luns, J.M.A.H., reizen van - naar/optreden van - in het buitenland
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
verkiezingen in Indonesië
Young, Kenneth T., Director Southeast Asian Affairs St.Dept
zelfbeschikkingsrecht
Zuid/Zuidoost-Azië
Annotatie Telegram Delegatie New York 21 is gedateerd 12 oktober 1955. In Archief BZ, postarchief Washington, NG-kwestie 1955-1963, 912.13 NNG deel IV.

slotnoot:
Op 11okt. seinde Van Roijen onder no 487 aan Den Haag: 'Nadat medewerker gisteren zijn Australische collega een en ander had medegedeeld omtrent onderhoud Luns-Dulles inzake Nieuw-Guinea, werd overeengekomen dat Australiër zou onderzoeken bij Bond, Deputy Director UN-Affairs of State, die hij die dag nog zou spreken, mogelijke reacties van betoog Luns op ecretary of state en mogelijke gevolgen ontwikkeling in Indonesië op politiek Washington. Australiër deelde medewerker heden volgende mede: Bond erkende dat minister Luns tegenover Dulles een krachtig betoog had gehouden, echter niet precies te weten welke reactie Dulles hierop had gegeven. Hij zeide echter "it would be logical to assume that we are going to reconsider our whole policy towards Indonesia".  Australiër had indruk dat Bond dit zeide, wetend dat Dulles inmiddels aan State directief tot zekere "reappraisal" zou hebben gegeven.' T.a.p.
      Aansluitend seinde Van Roijen op 13 okt. onder no 493: 'Uit gesprekken gisteren met Bond, niet Deputy maar Director United Nations Political and Security Affairs, en met Kenneth Young, Director Southeast Asian Affairs, kreeg medewerker niet indruk dat directieve tot zekere reappraisal van US-policy aanziens Indonesië en Nieuw-Guinea reeds gegeven is. Uit onderhoud met Young diene nog
A. State niet voornemens iets te doen c.q. politiek eventueel aan herziening te onderwerpen alvorens meer definitieve resultaten over verloop verkiezingen bekend.
B. Sprekend over verkiezingen wees Young op volgende aspecten:
1. PNI-pers, kennelijk geschrokken van succes PKI, distancieerde zich van communisten (zo is na overlijden van Sidik, leider van linkervleugel PNI, deze niet vervangen door geestverwant).
2. Mogelijkheid van samengaan van PNI, NU en Masjumi.
3. Young erkende resultaat teleurstellend maar "let's hope that it will work out better than it looks".
C. Op vraag of Cumming thans niet van periode Harahap-regering zou kunnen profiteren om, na eerst contact gezocht te hebben met Van Bylandt, ons te helpen inzake de processen en zonodig Van Krieken, zegde Young toe zulks te onderzoeken en hierover met Cumming contact op te nemen. Young bleek gevoelig voor argument dat Cumming zulks eventueel te gereder zou kunnen doen daar State niet mag veronderstellen dat Harahap-regering (die blijk geeft aan Nederlandse verlangens terzake tegemoet te willen komen) op belangstelling zijdens Cumming zo gevoelig zou reageren als Ali-regering door State verondersteld werd te zullen doen.
D. Desgevraagd deelde Young mede dat onderhoud Anak Agung-Dulles hier ter stede op 2 dezer zeer algemeen karakter had gehad. Anak Agung had als het ware nota genomen van onthouding Washington aanziens Nieuw-Guinea, althans niet zijn ontevredenheid betuigd hierover'. - - - T.a.p.
       Op 28 okt. berichtte Van Roijen in aansluiting hierop onder no 531: 'Uit lunchgesprek met Kenneth Young - - - kreeg een mijner naaste medewerkers nog niet indruk dat de meermalen besproken "reappraisel" van de US-policy aanziens Indonesië reeds begonnen zou zijn. Veeleer bleek dat State Department, zeer vermoedelijk ook op advies van Amerikaanse ambassadeur Djakarta uiterst voorzichtige koers t.a.v. Indonesië blijft sturen, hetgeen o.a. tot uiting kwam in antwoord Young op vraag of Cumming nog contact had gezocht met Indonesische autoriteiten inzake arrestanten-processen en Van Krieken. Young zeide dat hiervan geen sprake zou kunnen zijn voordat door Harahap vertrouwensvotum in parlement begin november zou zijn verkregen, aangezien naar hij meende iedere pressie van Westerse zijde avant dit votum op Indonesische regering diende te worden vermeden. Indien de oppositie van zodanige pressie lucht zou krijgen zou zulks de situatie voor Harahap aanzienlijk bemoeilijken. De hier aangeduide voorzichtige politiek van State Department werd mede bevestigd door uitgesproken onzekerheid nopens uiteindelijke samenstelling der volgende regering. Young vermeldde in dit verband ook nog de verkiezingen voor de constituerende vergadering welke in december zouden moeten plaatsvinden.' T.a.p.
Zie ook 4823: Van Roijen 465
PDF afbeelding (230 KB)