Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 4830

Nummer 4830
Datum 5-11-1955
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 549
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Roijen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingek. codetel. Washington 1955
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Bond, Niles, Director UN Political and Security Affairs St. Dept.
Elbrick, C. Burke, (Acting) Assistant Secretary for European Affairs St. Dept.
kabinet/-scrises/-sformaties, Indonesische -
Matthews, H. Freeman, ambassadeur van de VS te Den Haag '53-'57
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Robertson, Walter S., Assistant Secretary of State Far Eastern Affairs St. Dept. april '53-'59
State Department, divergerende opvattingen over de Nieuw-Guineakwestie op het -
unieverhouding/RTC-akkoorden, (Haags) overleg '55 ter herzien/beëindiging van de - ,
verkiezingen in Indonesië
Young, Kenneth T., Director Southeast Asian Affairs St.Dept
Annotatie slotnoot:
Op 7 nov. seinde Van Roijen voorts onder no 552: 'Wegens mijn afwezigheid op dienstreis in Texas werd heden door Van Voorst uitvoering gegeven aan instructie uw 234 middels demarche bij Elbrick, Acting Assistant Secretary European Affairs. Elbrick, die uit vorige demarches het Nieuw-Guineaprobleem geheel en al kent bleek volkomen begrip te hebben voor de gevaren voortvloeiend uit de onduidelijke Indonesische verklaringen van de laatste tijd en hij zeide het Nederlandse standpunt zeer wel te kunnen begrijpen. Hij voegde eraan toe, dat hij persoonlijk van mening was geweest, dat de Nieuw-Guineakwestie nooit op de agenda van de VN had mogen worden geplaatst doch dat er gelijk bekend andere overwegingen op State Department tot de huidige Amerikaanse neutrale houding hadden geleid.' - - - T.a.p.
      Met betrekkingen tot de op het State Department heersende opvattingen over de behandeling van de Nieuw-Guineakwestie in de VN, seinde Van Roijen op 17 nov. onder no 575 vervolgens: 'Bij introductie op het State Department nieuwe medewerker aan Niles Bond, werd gelegenheid benut Bond, Directeur United Nations Political and Security Affairs, in te lichten over thans te New York gaande zijnde besprekingen om met Indonesië tot gemeenschappelijke resolutie à la Cyprus te geraken. Bond toonde hiervoor zeer veel belangstelling en liet duidelijk merken dat dergelijke resolutie van Amerikaanse zijde zou worden toegejuicht. Dezelfde reactie was merkbaar bij Kenneth Young, Directeur Philippijnen en South East Asia Affairs, waarbij ook Haring van Indonesian Desk aanwezig [was]. Toen medewerker bij dit laatste gesprek nog eens de nadruk erop legde dat eventuele resolutie soevereiniteit van Nieuw-Guinea niet mocht aanraken verklaarde Young dat hij de rechten van Nederland in dit probleem erkende. Hij sprak de hoop uit dat gemeenschappelijke resolutie zou worden gerealiseerd vooral ook om de huidige regering Harahap de laatste maanden van haar bestaan te steunen.' - - -   Archief BZ, GS 1055-1964, 1614.
      Op 22 nov. seinde Beyen/Luns onder no 255 aan Van Roijen dat Matthews hen in een gesprek na diens terugkeer uit Amerika had bevestigd, dat hem bij laatste bezoek gebleken was dat Livingstone Merchant thans Nederlandse standpunt eigenlijk juiste vindt. Matthews zegde toe State Department in door ons gewenste zin te zullen adviseren. Grote struikelblok aldaar blijft volgens Matthews Robertson, die slecht wordt geadviseerd.' Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1955. Zie ook recordnummer 4829.
Zie ook 4388: Beyen/Luns 508
4734: Van Roijen 548
4787: Delegatie New York 43; Delegatie New York 45
4829: Van Roijen 605
PDF afbeelding (347 KB)