Gegevens van record 4863
Nummer | 4863 |
---|---|
Datum | 21-8-1956 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Hagenaar 714 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Hagenaar, H.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Beyen, J.W.
(info)
Luns, J.M.A.H. (info) |
Plaats van opmaak |
Djakarta |
Plaats van bestemming |
Den Haag |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1956 |
Dossiernummer | |
Trefwoorden |
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië) pers/publieke opinie, Indonesische unieverhouding/RTC-akkoorden, beëindiging/opzegging van de - voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Nederlandse |
Annotatie |
slotnoot: Op 23 aug. reageerde Beyen bij tel. no 364 als volgt: 'Het betreffende PIA-bericht van 20 augustus werd hier niet door ANP gedistribueerd zodat het Nederlandse pers niet bereikte. Derhalve onmogelijk en onnodig dezerzijds te reageren zoals aanvankelijk bedoeling. - - - Indien u het wenselijk acht dat alsnog wordt gereageerd ware dit uwerzijds te doen in volgende geest: Naar aanleiding van het PIA-bericht van 20 augustus jl. volgens hetwelk politieke kringen in Indonesië verklaarden dat Nederland niet zou hebben geprotesteerd toen Indonesië Nederland officieel op de hoogte stelde van de opheffing van de RTC -overeenkomst, deelt de woordvoerder van de Nederlandse vertegenwoordiging mede dat de Nederlandse regering op 3 maart in antwoord op Indonesische nota's van 14 en 21 februari haar diepe teleurstelling uitsprak over en protesteerde tegen het Indonesische besluit tot terugtrekking uit de Unie en opzegging van de RTC-akkoorden. Nederland protesteerde derhalve op het juiste tijdstip en er was geen aanleiding om daarop nieuwe demarches te doen volgen toen de opzegging van de RTC-akkoorden in Indonesië leidde tot bepaalde interne maatregelen van wetgevende aard.' - - - Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1955. Op 24 aug. seinde Hagenaar onder no 730: 'De vraag is bij mij gerezen of en in hoeverre de opzegging door Indonesië van de RTC-overeenkomsten inclusief het charter van souvereiniteitsoverdracht wijziging brengt in onze juridische positie inzake Nieuw-Guinea en met name in de juridische argumentatie welke Nederland thans en in de toekomst ter verdediging van zijn positie zal aanvoeren. Tot dusverre gingen wij ervan uit dat Nieuw-Guinea van de souvereiniteitsoverdracht uitdrukkelijk was uitgesloten en dat derhalve de souvereiniteit over dat gebiedsdeel bij Nederland is blijven berusten. Uiteraard zou thans van Nederlandse zijde kunnen worden volgehouden dat het charter van souvereiniteitsoverdracht als historische daad een eenmalig karakter droeg en derhalve uit de aard der zaak niet voor eenzijdige opzegging vatbaar [is]. - - - Volgende op de aanvaarding van de wet op de opzegging der RTC-overeenkomsten en de niet-erkenning van de RTC-schulden wordt Nederland thans weer geconfronteerd met de aanvaarding van het wetsontwerp op de vorming van de autonome provincie Irian Barat dat op dertien augustus jl. in het parlement werd aangenomen (mijn telex 208.000). Volgens een verklaring van de minister van Binnenlandse Zaken aan PIA zou dit wetsontwerp op 17 augustus jl. door Sukarno zijn bekrachtigd - - -. De aanvaarding van laatstgenoemde wet moet gelet op de considerans worden gezien als logisch en consequent volgend op de wet op de opheffing van de RTC-overeenkomst. - - - Het lijkt mij denkbaar dat Indonesië later de redenering zou kunnen gaan hanteren dat Nederland nimmer bezwaar heeft gemaakt tegen de opneming van de provincie West-Irian in het rechts- en bestuursgebied van de Republiek Indonesië, zo min als Nederland althans volgens Indonesische zienswijze heeft geprotesteerd tegen de regeling bij wet van de opzegging van de RTC-overeenkomsten. Teneinde te vermijden dat Indonesië van een dergelijke redenering in internationaal verband b.v. bij toekomstige behandeling van de Nieuw-Guineakwestie in de Verenigde Naties gebruik zal maken heb ik mij afgevraagd of thans niet het ogenblik is gekomen om in een officiële nota aan de Indonesische regering opnieuw het Nederlandse standpunt inzake Nieuw-Guinea vast te leggen.' - - - Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1955. Zie recordnummer 4778. |
Zie ook |
4702:
Hagenaar 367
4778: Beyen/Luns 405 5652: Hagenaar 792 |
afbeelding (235 KB) |