Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 4900

Nummer 4900
Datum 9-2-1956
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 812
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Roijen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingek. codetel. Washington 1956
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Dunham, William B., Officer Swiss/Benelux Affairs St. Dept., '56; eerste secretaris US ambassade te Den Haag '56- '59
Financieel-Economische Overeenkomst(en) der RTC ( Finec); zie ook financiële /economische betrekkingen N-I.; geldwezen; handels(politieke) betrekkingen N.-I., schuldenkwesties
Jungschläger-/Schmidt-/NIGO-processen; zie ook NIGO-arrestanten, Doornik etc
Lancaster, Officer Netherlands Desk St. Dept.
Merchant, Livingston T., Assistant Secretary of State Western European Affairs St. Dept.
Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van -
State Department, divergerende opvattingen over de Nieuw-Guineakwestie op het -
unieverhouding/RTC-akkoorden, beëindiging/opzegging van de -
unieverhouding/RTC-akkoorden, Geneefse conferentie '55-'56 ter herziening/beëindiging van de -
Annotatie inleidende noot:
Op 6 feb. had Van Roijen onder no 799 geseind: 'Ik had heden een kort informeel gesprek met Dunham, Officer in Charge Swiss Benelux Affairs, in de wachtkamer van Livingston Merchant, Assistant Secretary European Affairs, avant een onderhoud met laatstgenoemde. N.a.v. een opmerking mijnerzijds over de onderhandelingen met de Indonesiërs te Genève vroeg Dunham mij of wij in Nederland niet bezorgd waren dat na een uiteindelijke mislukking van deze onderhandelingen, de Indonesiërs unilateraal maatregelen zouden gaan treffen ten detrimente van de Nederlandse economische belangen in Indonesië. "That is a question which has worried us for some time". Ik antwoordde dat ik persoonlijk niet bang was dat de Indonesiërs tot dergelijke unilaterale maatregelen zouden overgaan. Ten eerste niet omdat dit in strijd zou zijn met hun welbegrepen eigenbelang en door derde staten zou kunnen worden beschouwd als een daad van willekeur op economisch gebied welke wel eens niet tot Nederlandse belangen beperkt zou kunnen blijven. In de tweede plaats omdat ik niet dacht dat de huidige Harahapregering zo "wild" zou zijn dat zij tot eenzijdige verbreking van plechtig aangegane beloftes zou overgaan. - - - Ten overvloede zij opgemerkt dat de mij door Dunham bij deze gelegenheid gestelde vraag bepaald ook niet geconstrueerd kan worden als pressie van Amerikaanse zijde. Dunham zelf is ons bijzonder welgezind en - zoals herhaaldelijk uit zijn commentaar blijkt - hij staat begrijpend en sympathiek tegenover het Nederlands standpunt in de onderhandelingen te Genève.' - - - Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1956.
Zie ook 4899: Van Roijen 772
4901: Van Roijen 821
PDF afbeelding (134 KB)