Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 4902

Nummer 4902
Datum 17-2-1956
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 847
Opschrift/Bijlage(n) bijlage: telex 300255 uit Washington [reactie VS op beëindiging unieverhoudig door Indonesië]
Verzender(s) Roijen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingek. codetel. Washington 1956
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
arbitrage/bemiddeling/geschillenregeling/goede diensten
Dunham, William B., Officer Swiss/Benelux Affairs St. Dept., '56; eerste secretaris US ambassade te Den Haag '56- '59
Haring, Officer Indonesian Desk, Pacific Islands Affairs St. Dept.
Lancaster, Officer Netherlands Desk St. Dept.
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
pers/publieke opinie, Amerikaanse
pers/publieke opinie, Indonesische
pers/publieke opinie, Nederlandse
Robertson, Walter S., Assistant Secretary of State Far Eastern Affairs St. Dept. april '53-'59
State Department, divergerende opvattingen over de Nieuw-Guineakwestie op het -
Underhill, Francis T., Officer in Charge of Indonesian-Pacific Islands Affairs St. Dept.
unieverhouding/RTC-akkoorden, beëindiging/opzegging van de -
unieverhouding/RTC-akkoorden, Geneefse conferentie '55-'56 ter herziening/beëindiging van de -
Young, Kenneth T., Director Southeast Asian Affairs St.Dept
Annotatie Telex 300255 uit Washington is door de bewerkers als bijlage toegevoegd.

inleidende noot:
Op 16 feb. had Beyen onder no 373 aan Washington geseind: 'Indien u mocht blijken dat het aangehaalde [hier als bijlage bij Van Roijen 847 opgenomen] UP-bericht steunt op informatie die van het State Department zou zijn verkregen, lijkt er alle aanleiding te bestaan tegen deze uitermate partijdige visie protest aan te tekenen. Enkele Nederlandse bladen bevatten een soortgelijk UP-bericht, waarin thans van Nieuw-Guinea in plaats van West-Irian wordt gesproken, maar dat in hoofdzaak toch dezelfde voorstelling van zaken geeft.' - - - Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1956.
      Diezelfde dag had Van Roijen bij tel. no 841 geantwoord: 'Lancaster van Netherlands Desk heeft Haring van Indonesian Desk gevraagd of hij iets van dit UP-bericht afwist. Deze heeft dit ontkend. Het is Lancaster's overtuiging dat dit bericht niet zijn oorsprong vindt in het State Dept. en dat de "American authorities" geen "government authorities" zijn. Een journalist van Newsweek vertelde medewerker dat hij op State Dept. geïnformeerd had naar reacties van die zijde en dat men zich daar zeer voorzichtig en objectief had uitgelaten. Bedoelde journalist zeide "iets te objectief". Medewerker nog bezig zo mogelijk uit te vinden van UP wie bedoelde Amerikaanse autoriteiten zijn. Inmiddels zijn Indonesiërs bezig met leugencampagne: zowel Indonesische information officer New York als lid Indonesische ambassade heeft tegenover bevriende journalisten verklaard dat
a. op 7 januari te Genève volledige overeenkomst was bereikt.
b. dat de hervatting van de bespekingen op 7 februari het gevolg was van een Indonesisch ultimatum aan de Nederlanders.' - - - Archief  BZ, ingekomen codetel. Washington 1956.

noot slot twee na laatste alinea:
Op 20 feb. seinde Van Roijen m.b.t. de gezindheid van enkele State Department officials onder no 851 voorts: 'Mijn Australische ambtgenoot bevestigde tegenover mij heden ons vermoeden dat Haring, Officer in Charge Indonesian and Pacific Affairs van State Department, evenals zijn collega Underhill pro-Indonesische en anti-Nederlands zijn ingesteld: "We have the distinct impression that Haring and Underhill lean over backwards to be agreeable to the Indonesians. They are both critical of the Dutch in relation to the Genève talks." Hoewel ik mij geen illusie maak dat wij genoemde heren tot een pro-Nederlands standpunt zullen kunnen bekeren ben ik niettemin van plan deze "Desk Officers" ook in de toekomst intensief te blijven bewerken. Overigens zullen mijn medewerkers en ik tegelijkertijd veel aandacht besteden aan hun chefs zoals Kenneth Young, Director Office of Philippine and South East Asian Affairs, Sebald, Deputy Assistant Secretary en Robertson, Assistant Secretary Far Eastern Affairs. Wij zullen ervoor blijven zorgen dat deze hoofdambtenaren, evenals de ons welgezinde functionarissen van respectievelijk Bureau of European Affairs en Office of Western European Affairs, geheel op de hoogte blijven van het Nederlandse standpunt in de moeilijkheden met Indonesië.' Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1956.
      Op 25 feb. meldde Van Roijen onder tel no 869 van de Australische Raad, Blakeney, vernomen te hebben 'dat de Indonesia desk op State volgende visies was toegedaan:
1. Regering Harahap had beter Nieuw-Guineakwestie voor VN kunnen uitvechten. Ook al zou dan motie door niet-behalen tweederde stemmen zijn verworpen, zou zulks positie Harahap intern niet hebben verzwakt, daar mislukking niet aan hemzelf te wijten.
2. Komende nieuwe Indonesische regering zal waarschijnlijk radicaal anti-westers georiënteerd zijn en de schuld hiervan ligt bij Nederland, dat de onderhandelingen heeft doen mislukken.' - - -    T.a.p.

Slotnoot:
Op 20 feb. seinde Van Roijen onder no 849: 'Medewerker had hedenmiddag onderhoud van vijf kwartier als gemeld in mijn 847 met Jones, Tylor en Dunham, respectievelijk Director en Deputy Director Western European Affairs en Officer in Charge Swiss/Benelux Affairs, waarin hij op verzoek van deze State Officials uitvoerig het ontstaan, verloop en de afloop der onderhandelingen met Indonesië uiteenzette. Hij wees hierbij vooral ook op de achtergrond van de politieke gebeurtenissen in Indonesië gedurende het laatste half jaar, welke resulteerden in voortdurende verzwakking van het oorspronkelijke goedwillende kabinet Harahap, voornamelijk tengevolge van geïntrigeer door Sukarno. Hij schilderde uitvoerig de atmosfeer in Genève tijdens tweede fase-onderhandelingen en legde uit dat buigen voor het Indonesische dreigement "to sign on the dotted line" iets was dat geen zelfrespecterend land zich kon veroorloven. Medewerker wees erop dat Indonesische delegatie tijdens tweede fase-onderhandelingen geen rekbaarheid tot onderhandelen meer had daar zij volledig waren gebonden aan impliciete instructies uit Djakarta welke sterk het vermoeden deden wekken dat men van Indonesische zijde aanstuurde op mislukking teneinde de blaam hiervan op de Nederlanders te werpen. In dit verband wees hij op het feit dat de Unie door de Indonesiërs reeds daags na mislukking unilateraal werd verbroken. State-officials spraken erkentelijkheid uit voor het weergeven van de Nederlandse visie doch verklaarden dat zij twee bevriende landen te vriend dienden te houden. Hierop achtte medewerker het ogenblik gekomen om deze State-ambtenaren te waarschuwen voor het gevaar dat de tot nog toe ingenomen houding van afzijdigheid door de VS in dit conflict inhoudt, daar dit in feite neerkomt op het nemen van geen actie tegen Indonesische wederrechtelijke handelingen, waardoor uiteindelijk Nederland aan het kortste eind trok. Dunham, die zoals u weet, zeer op onze hand is, verklaarde naderhand blij te zijn dat deze visie aan zijn chefs was medegedeeld' - - - T.a.p.
Zie ook 4765: Beyen/Luns 771
4901: Van Roijen 821
PDF afbeelding (353 KB)