Gegevens van record 5203
Nummer | 5203 |
---|---|
Datum | 16-3-1955 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Beyen/Luns 148 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Beyen, J.W.
(info)
Luns, J.M.A.H. (info) |
Ontvanger(s) |
Hasselman, A.H.
(info)
|
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming |
Londen |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, uitgaande codetel. Londen 1955 |
Dossiernummer | |
Trefwoorden |
communisme Irian-(strijd)corpsen van Indonesië/ Badan Perdjuangan Irian; Gerakan Tjenderawasi Irian Barat/Nat. Front ter bevrijding van Irian; West-Irian Pioneers Corps e.a.; zie ook Bureau West-Irian Molukkenopstand/RMS, Republik Maluku Selatan NG, aanval op - NG, defensie van - NG, infiltraties/infiltranten op - Noorwegen, houding/positie van - Thailand/Siam Tomlinson, Frank S., Head Southeast Asia Department FO Verenigd Koninkrijk, militaire steun/leveranties van - aan Indonesië wapen(s)/oorlogsmateriaal, -transacties/embargo op -/vergunningen voor - voor Indonesië |
Annotatie |
slotnoot: Onder verwijzing naar dit telegram seinde Hasselman op 18 maart onder no 179: 'Bij verhindering van Allen sprak ik hedenmorgen met Tomlinson, hoofd South East Asia Department. Hij was niet bevoegd terstond antwoord te geven op het Nederlandse verzoek en zal mij over enige dagen nader berichten. In die tussentijd zouden geen beslissingen over leveranties genomen worden zonder voorafgaande consultatie met ons. Bij mijn opsomming van de landen die wij tot dusverre benaderd hebben, stelde hij de vraag of wij ons ook tot Noorwegen gewend hebben. Ik heb geantwoord dat zulks mij niet bekend was; gaarne zal ik alsnog vernemen wat ik hierover kan mededelen. Volgens Tomlinson zijn de Noren vermoedelijk in staat torpedomotorboten op korte termijn te leveren; onlangs is een aantal van deze boten door Noorwegen aan Siam geleverd. Ik heb hem gevraagd, welke de Nederlandse firma was, die tracht orders voor Indonesië in Engeland te verkrijgen. Hij beweerde de naam niet precies te weten en het desbetreffende dossier niet bij de hand te hebben. Indien wij nimmer tegenover de betrokken firma zouden laten blijken, welke onze bron van inlichtingen was, had hij er geen bezwaar tegen de naam mede te delen. Hij heeft mij toegezegd mij vandaag of morgen de naam te zullen opgeven. Hij zeide tenslotte, dat het misschien gewenst zou zijn binnenkort nauwkeuriger in te gaan op de vraag tegen de levering van welke wapensoorten wij geen bezwaar hadden en zo mogelijk daarvan een lijst op te stellen. Gaarne zal ik vernemen of u in principe daartoe bereid bent.' Archief BZ, ingekomen codetel. Londen 1955. Diezelfde dag liet Hasselman hier onder no 180 op volgen dat de naam van de betrokken Nederlandse firma volgens Tomlinson luidde: "Auridanum", mogelijk gevestigd in Indonesië'. T.a.p. Op 21 maart deden Beyen en Luns bij tel. no 669 verslag aan Van Bylandt van deze met Tomlinson gevoerde besprekingen over het al dan niet handhaven van de door het Verenigd Koninkrijk toegepaste beperking op wapenleveranties aan Indonesië. Ze maakten daarbij ook melding van het feit dat volgens het Foreign Office 'een Nederlandse firma in Indonesië voor rekening van Indonesische regering bezig zou zijn te trachten aanzienlijke hoeveelheden munitie voor kleine wapens aan te kopen in Engeland. - - - Onder beding van strikte geheimhouding heeft FO als naam van bovenbedoelde Nederlandse firma opgegeven 'Auridanam'. Gaarne ontvangen wij bericht of firma van deze naam U bekend is. In het bevestigend geval bovendien, zo mogelijk, nadere inlichtingen.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1955. Naar aanleiding van de hierboven aangehaalde telegrammen Hasselman 179 en 180 seinden Beyen/Luns op 21 maart onder no 15 dat de gezant te Oslo, Van Karnebeek, nog geen demarche had ondernomen, 'hangende onderzoek naar juistheid van bericht inzake Noors-Indonesische onderhandelingen over bestelling van motortorpedoboten. Heden is echter naar aanleiding van Tomlinson's suggestie opdracht gegeven demarche uit te voeren, ongeacht resultaat van dit onderzoek. Uwerzijds kan aan Foreign Office worden medegedeeld, dat instructies voor benadering Noorse regering reeds avant uw onderhoud met Tomlinson waren gegeven, aangezien ook onzerzijds mogelijkheid van Indonesische bestelling van motortorpedoboten in Noorwegen onder het oog was gezien. Laatste alinea van uw 179 maakt nog punt van overleg uit met Staf.' Archief BZ, uitgaande codetel. Londen 1955. Op 7 april seinde Hasselman vervolgens onder no 5 dat een van zijn medewerkers het volgende van Tomlinson vernomen had: '1. Officieel antwoord aan mij op mijn verzoek als vervat in eerste alinea van mijn telegram no 179 wacht nog op gemeenschappelijk overleg met Ministries of Defence, War, Admiralty, Board of Trade and Supply. - - - 2. Kort na mijn demarche op 18 maart is echter wel reeds besloten te handelen overeenkomstig verzoek Nederlandse regering en is aan betreffende firma medegedeeld dat Indonesische bestelling voor de vijf motorboten niet mocht worden aanvaard. Medewerker zeide overtuigd te zijn dat de Nederlandse regering hiervoor dankbaar zou zijn. 3. - - - 4. Tomlinson kwam eigener beweging terug op voorstel vervat in laatste alinea van mijn 179, waarbij hij naast overwegingen als vervat in aantekening d.d. 11 maart ook nog noemde onwenselijkheid om systematisch iedere Indonesische wapenbestelling te weigeren, zowel uit politieke overwegingen als in verband met bezwaren die anders van de zijde van de Britse bewapeningsindustrie zouden rijzen. Hij dacht persoonlijk aan regeling, waarbij kleine bestellingen lichte wapens geaccepteerd zouden kunnen worden en zeide nogmaals dat het Foreign Office voorstander is van overleg met ons voor vaststelling wapensoorten tegen welker levering (al of niet met quantitatieve restricties) geen bezwaar zou bestaan. Hij kon voorshands reeds mededelen dat van Britse zijde in beginsel akkoord de vijf categorieën in uw 148 niet te leveren.' Archief BZ, ingekomen codetel. Londen 1955. Inmiddels had de ambassadeur te Oslo, Van Karnebeek, op 25 maart onder no 27 geseind, dat hij 'een uitvoerig en aangenaam gesprek had gehad met de Secretaris-Generaal van Buitenlandse Zaken, bij wien ik wegens zeer geheim en delicaat karakter dezer aangelegenheid geen papier heb achtergelaten. Hem was bekend, dat Indonesië wel pogingen in het werk had gesteld tot de bouw van schepen, maar dat daarvan tot nu toe niets terecht was gekomen. Hij was van mening dat Noorwegen ons in deze alle medewerking moet geven. Hij zal al zijn invloed laten gelden dat daartoe geëigende stappen worden ondernomen. Hij zal tevens opnieuw onderzoek instellen naar levering tot nu toe van materiaal als onder meer genoemd in Uw 669 aan Van Bylandt' [recordnummer 4140]. NA, archief Minkol., codetel. 1955, 6. |
Zie ook |
5202:
Stikker 175
|
afbeelding (281 KB) |