Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 5204

Nummer 5204
Datum 16-8-1955
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hasselman 118
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hasselman, A.H. (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Londen
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Londen 1955
Dossiernummer
Trefwoorden arbitrage/bemiddeling/geschillenregeling/goede diensten
België, houding/positie van -
Birma
Jungschläger-/Schmidt-/NIGO-processen; zie ook NIGO-arrestanten, Doornik etc
Morland, O.C., Brits ambassadeur te Djakarta 2/'53-10/'56; Ass. Under Secretary of State for Foreign Affairs 56-58; vanaf eind '58 Superintending Under Secretary Far Eastern Affairs
Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van -
Nehru, Pandit Jawaharlal, minister-president en minister van Buitenlandse Zaken van India '47-'64
Tomlinson, Frank S., Head Southeast Asia Department FO
U Nu, minister-president Birma tot maart '62
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
Annotatie inleidende noot:
Op 15 juli had Hasselman onder no 103 geseind dat hij 'heden van Foreign Office [vernomen had] dat Jungschlägerzaak met Nehru besproken werd. Nehru was evenwel van mening dat "he could not usefully intervene" daar zijn invloed in Djakarta niet sterk genoeg was. Hij meende evenwel dat een interventie van U Nu (die thans blijkbaar in de Verenigde Staten vertoeft en vandaar naar Rangoon terugkeert) meer kans op succes zou hebben. Gaarne bericht of u wenst dat ik Foreign Office verzoek U Nu na diens terugkeer in Rangoon te doen benaderen via Britse ambassade aldaar.'  Archief BZ, ingekomen codetel. Londen 1955.
       Hierop seinden Beyen/Luns  onder no 41 aan Londen dat, 'hoewel ondanks onze actieve voorlichting, zowel bij demarche ter gelegenheid van de AA-conferentie als bij publicatie "Witboek", noch regering noch pers in Burma tot dusver bijzondere belangstelling voor Jungschlägerzaak aan de dag legden, kunnen wij tegenover de Engelsen stellen, dat een beroep op U Nu redelijk kans heeft door deze laatste aanvaard te worden. Wij stemmen er daarom mee in dat door u aan het Foreign Office wordt verzocht U Nu op de door u aangegeven wijze te doen benaderen. U zou daarbij kunnen suggereren, dat tevens aandrang op Nehru wordt uitgeoefend om zijn invloed terzake bij U Nu te doen gelden.'  Archief BZ, uitgaande codetel. Londen 1955.
      Op 23 juli antwoordde Hasselmen onder no 107 'dat de Britse zaakgelastigde te Rangoon inmiddels opdracht [had] ontvangen om - - - de Burmesen na terugkeer van U Nu te benaderen. Allen zal mij van het verloop op de hoogte houden. Ook hij betwijfelt of een beroep op U Nu een redelijk kans heeft om door deze aanvaard te worden. Op mijn suggestie om ook Nehru te doen benaderen met het verzoek zijn invloed bij U Nu te doen gelden, reageerde Allen positief en hij zou New Delhi de nodige instructies geven. Morland is van een en ander op de hoogte. Allen vertelde tenslotte dat Nehru zich tegenover MacMillan sterk afkeurend had uitgelaten over de Indonesische houding.'  Archief BZ, ingekomen codetel. Londen 1955.
Zie ook 4175: Luns 248
4366: Beyen/Luns 380
PDF afbeelding (131 KB)