Gegevens van record 5231
Nummer | 5231 |
---|---|
Datum | 31-1-1957 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Schürmann 497 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Schürmann, C.W.A.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Luns, J.M.A.H.
(info)
|
Plaats van opmaak |
New York |
Plaats van bestemming |
Den Haag |
Bewaarplaats | Nationaal Archief |
Bestand | archief Minkol., codetel. 1957 |
Dossiernummer | 3 |
Trefwoorden |
Cordier, Andrew W., Executive Assistant to Secretary General United Nations Hammarskjöld, Dag H.A.C., secretaris-generaal van de VN van april '53 tot sept. '61 NG, naam van - Verenigde Naties, secretaris/riaat-generaal van de; zie ook Hammarskjöld; U Thant |
Annotatie |
inleidende noot: Zie annotatie van recordnummer 3876. Op 25 jan. had Schürmann onder no 482 geseind: 'Ter uitvoering van uw 260 werd ik hedenmiddag door secretaris-generaal ontvangen. Ik herinnerde hem aan mijn vorige demarches in de kwestie betreffende de naamsaanduiding van Nieuw-Guinea en overhandigde hem kopie van mijn brief van 17 december 1956 terzake. Tevens bracht ik het in uw telegram vermelde argument naar voren. Hammarskjöld beloofde de zaak nog eens te zullen bestuderen en mij van zijn besluit in kennis te stellen.' NA, archief Minkol., codetel. 1957, 3. slotnoot: Hierop seinde Luns op 8 maart onder no 48: 'In de laatste alinea van uw 497 deelde u mij mede dat Cordier naar aanleiding van uw gesprek met hem de kwestie van de naamsaanduiding voor Nederlands Nieuw-Guinea nog eens zou bestuderen en u dan nader zou berichten. Inmiddels is ruim een maand verstreken. Ik neem aan dat Cordier zich in die tijd bij ons standpunt heeft kunnen neerleggen weshalve ik het op prijs zou stellen indien u hem thans om een bevestiging daarvan zou willen verzoeken. - - - Mocht u suggesties hebben t.a.v. wat ons te doen staat voor het geval Cordier c.q. Hammarskjöld niet bereid blijken de bestaande instructie in te trekken dan zal ik deze gaarne vernemen.' T.a.p. Hierop seinde Schürmann op 12 maart onder no 78, dat hij Cordier [had opgebeld], 'die mij zeide dat hij na ons gesprek van 31 januari aan enige leden van zijn staf had opgedragen de zaak van de naamsaanduiding voor Nederlands-Nieuw-Guinea opnieuw in studie te nemen. Hij verwachtte hun rapport binnen enkele dagen en zou mij dan definitief berichten. Mocht de secretaris-generaal onverhoopt niet bereid blijken de bestaande instructie in te trekken, dan zie ik niet goed welke middelen ons daartegen ten dienste zouden staan. Wel lijkt het mij dat wij in dat geval erop moeten insisteren dat de term West-Nieuw-Guinea uitsluitend wordt gebezigd in officiële documenten van de VN en de gespecialiseerde organisaties maar dat bij adressering van correspondentie aan officiële instanties in Nederlands Nieuw-Guinea de juiste terminologie in acht wordt genomen, onder mededeling dat onjuist geadresseerde brieven ongeopend zullen worden teruggezonden.' T.a.p. |
Zie ook |
3876:
PV New York 4941
5233: Schiff 97 |
afbeelding (141 KB) |