Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 5234

Nummer 5234
Datum 23-1-1957
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Luns 262
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Schürmann, C.W.A. (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming New York
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1957
Dossiernummer 3
Trefwoorden België, houding/positie van -
Frankrijk, houding/positie van -
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Verenigde Naties, Algemene Vergadering, commissie 73 E
Annotatie inleidende noot:
Op 21 jan. had Schürmann onder no 463 geseind dat niet alleen Spanje en Portugal als beherende landen rapportage over hun 'niet- zelfbesturende gebieden' voorgeschreven door de VN op grond van artikel 73E weigerden, maar dat ook België en Frankrijk overwogen voortaan geen inlichtingen meer te verstrekken. NA, archief Minkol., codetel. 1957, 3.

slotnoot:
Onder verwijzing naar dit telegram seinde Schürmann op 23 maart onder no 87: 'Blijkens recente gesprekken met leden Australische delegatie bestaat aan Australische zijde toenemende bezorgdheid over uitblijven Belgische en Franse rapportage ex. art. 73 E. Met name voorziet men uiterst nadelige gevolgen voor kwestie Nieuw-Guinea, indien Nederland zich door samenwerking met België en Frankrijk aanziens overzeese gebieden in kader gemeenschappelijke markt, op enigerlei wijze gedwongen zou zien Belgisch-Franse standpunt te steunen. Hoewel in uw 262 voorlopig Nederlands standpunt is uiteengezet hetgeen uiteraard is medegedeeld lijkt mij nadere formulering van Nederlandse houding in het licht der jongste ontwikkelingen aanziens gemeenschappelijke markt niet overbodig voor voortgezet ondershands overleg.' - - -  T.a.p.
     Op 28 juni seinde Luns onder no 95 o.m.: 'Ten departemente heeft eerste overleg plaatsgevonden  - - -  betreffende het in Commissie 73E te voeren beleid, mede op basis uw adviezen. In loop volgende week zal verder overleg plaatsvinden over Nederlandse positie in commissie en speciaal betreffende eventuele Belgische en Franse staking (of uitstel) rapportage ex. 73E. In verband daarmede zou ik het op prijsstellen van u te vernemen of nog nadere indicaties zijn ontvangen over Belgisch-Franse houding.'  T.a.p.
     Op 19 juli seinde Schiff daarop onder no 239 o.m.: Hedenmorgen vond bespreking plaats tussen beherende landen in Commissie 73E. Voornaamste punten van bespreking waren:
1. Samenstelling Bureau
2. Franse en Belgische rapportage
3. EEG-verdragen - - -
Het is geheel onzeker of Frankrijk avant aanvang zitting als gebaar gedeeltelijke rapportage zal aanbieden. Ter vergadering zal echter door Franse vertegenwoordiger mededeling worden gedaan, dat rapportage 1955 binnenkort verwachtbaar. Standpunt België ongewijzigd.' T.a.p.
      In reactie hierop seinde Buitenlandse Zaken op 22 juli onder no Celer 110:
- - - 'Tijdens de behandeling van deze kwestie late u zich leiden door de gedachte dat naar buiten toe een zo groot mogelijke solidariteit van de beherende mogendheden gehandhaafd dient te worden zonder nochtans dat Nederland zich identificeert met de Belgisch-Franse voornemens. Ik betwijfel met name of de Belgen en Fransen wel verstandig handelen met deze gedragslijn en ik acht het niet nodig dat Nederland daarvan mede de nadelen te dragen krijgt. Ik overweeg hierbij met name dat het thans wel vaststaat dat de kwestie Nieuw-Guinea in de 12e Algemene Vergadering aan de orde zal komen en zoals u weet heeft de nauwgezette Nederlandse rapportage ex 73E steeds een van onze belangrijkste argumenten uitgemaakt. Indien Nederland zich dan met de Belgisch-Franse houding zou hebben geïdentificeerd zou dit Indonesië kunnen dienen.' - - -  T.a.p.
Zie ook
PDF afbeelding (114 KB)