Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 5301

Nummer 5301
Datum 15-10-1956
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Winkelman 101
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Winkelman, A.M.L. (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Canberra
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Canberra 1956
Dossiernummer
Trefwoorden Australië, houding/positie van -
Casey, Robert G., minister van Buitenlandse Zaken van Australië '51-'60
Dulles, John Foster*, US Secretary of State '53-'59
Hoover, Herbert, US Under Secretary of State
IJsland, houding/positie van -
Latijns-Amerikaanse landen, houding/positie van de -
MacClure Smith, H.A., ambassadeur van Australië te Den Haag '55-'58
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Suezkanaal/ -kwestie
Walker, E.R. vertegenwoordiger van Australië bij de VN
Annotatie inleidende noot:
Op 20 sept. had Fack onder no 92 uit Canberra geseind: 'Ubani, de tijdelijk zaakgelastigde van Indonesië hier ter stede, deelde een dezer dagen in opdracht van zijn regering aan de plaatsvervangend secretaris-generaal van External Affairs, Plimsoll, mede, dat de Indonesische regering overwoog de kwestie Nieuw-Guinea opnieuw voor de Algemene Vergadering te brengen. Plimsoll vroeg of hij uit deze officiële mededeling moest begrijpen dat voorbrenging inderdaad zou plaatsvinden, waarop Ubani ten antwoord gaf, daarvan op grond van te zijner beschikking staande gegevens persoonlijk overtuigd te zijn. Plimsoll verklaarde daarop dat de Australische regering het besluit van de Indonesische regering evenals vroeger sterk zou betreuren. Hoofd VN-zaken op External Affairs toonde zich ernstig bezorgd over het verwachtbare resultaat van nieuwe behandeling in de Assemblée, omdat de vergadering dit jaar zijns inziens vanwege het geschil over Suez sterker dan ooit te voren beheerst of althans beïnvloed zal worden door anti-koloniale sentimenten. Uit dien hoofde achtte spreker het ook bijna niet mogelijk om de kwestie Cyprus van de agenda te houden.' Archief BZ, ingekomen codetel. Canberra 1956.
      In aansluiting hierop had Fack op 5 okt. onder no 97 geseind: 'Plimsoll, de assistent secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken, vertelde mij dat MacClure Smith in Den Haag de instructie zou hebben ontvangen om de Nederlandse regering mede te delen dat de Australische regering de tijd gekomen acht om inzake Nederlands Nieuw-Guinea stappen bij derde landen te nemen. Men heeft alhier steeds een open oog gehad voor de moeilijkheden, voortvloeiende uit de kabinetscrisis in Nederland, doch men acht thans verder uitstel gevaarlijk. Ook al lijkt het niet verwachtbaar dat Nederlands Nieuw-Guinea avant 1957 in bespreking komt, wil men derde landen zo spoedig mogelijk benaderen om te verhinderen dat zij zich vastleggen op steunverlening aan de Indonesiërs. Van de Engelse regering verwacht men hier even volledige steun als de vorige jaren.' - - - T.a.p.

slotnoot:
Op 17 okt. seinde Schürmann hieromtrent onder no 229 aan Luns: 'Met Australische collega had ik hedenmorgen eerste bespreking inzake Nieuw-Guinea waarbij ik hem inlichtte omtrent de argumenten welke ingevolge uw instructie thans in aantal hoofdsteden worden medegedeeld. Walker toonde mij een instructie van Casey om terzake gesprekken te voeren met alle niet-communistische nieuwe leden alsmede met aantal latino's. Aangezien het mijn bedoeling was eveneens een aantal collegae aan te spreken en daar Walker in verband met aanstaande behandeling Palestijnse kwestie in Veiligheidsraad zeer bezet zou zijn, kwamen wij aanziens een aantal vertegenwoordigers overeen het gesprek over en weer aan elkander over te laten. In de meeste gevallen zullen wij echter ieder met de betrokken collega contact opnemen. Walker zeide dat Spender die dezer dagen voor opening Olympische Spelen naar Australië vertrekt, nog avant zijn vertrek een gesprek over Nieuw-Guinea zou hebben met Dulles. Van Noorse delegatie werd zeer vertrouwelijk vernomen dat de ministers van BZ van de Scandinavische landen en IJsland tijdens hun jongste bijeenkomst te Reykjavik het erover eens waren dat zij zich wederom tegen de inscriptie van de kwestie Nieuw-Guinea zouden verzetten. Finland was bij deze bespreking niet tegenwoordig.' Archief BZ, GS 1955-1964, 1615.
Zie ook 5250: Winkelman 104
PDF transcriptie (10 KB)