Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 5656

Nummer 5656
Datum 12-10-1957
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hagenaar 923; Hagenaar 931; Hagenaar 940
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hagenaar, H. (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1957
Dossiernummer
Trefwoorden bedrij(fsle)ven, houding/positie van het -
Indonesië, Irianactie vanaf nov. 1957 in -
Indonesië, Nationale Raad/Nationaal overleg/National Planning Board/Nationale Adviesraad/Nationale Defensieraad van -
Maengkom, rechter in het Jungschlägerproces; daarna minister van Justitie van Indonesië
massademonstraties/betogingen; zie ook Indonesië, Irianactie vanaf nov. '57
Nederlanders in Indonesië, houding/(veiligheids)positie van -
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
pers/publieke opinie, Indonesische
petities
Sumual, Ventje, lt. kolonel TNI, leider Permesta
Suwito Kusumowidagdo, wnd. secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Indonesië
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische
Annotatie De telegrammen nos 931 en 940 zijn resp. gedateerd 15 en 17 oktober 1957. T.a.p.

inleidende noot:
Op 4 okt. had Hagenaar over de naderende West-Irianweek onder no 894 geseind: 'In "Pemuda", een dagblad dat sterk pro-Sukarnistisch is - - -  verscheen op 4 dezer op de frontpagina een "oproep aan de Nederlanders", waarin met het oog op de komende West-Irianweek een beroep op alle Nederlanders die zich in Indonesië bevinden, hetzij als handelaar hetzij als employé, ondernemer of wat dan ook, wordt gedaan om ook hun bijdrage te leveren aan deze West-Irianweek door tenminste bij de Nederlandse regering een petitie in te dienen en haar tot het besef te brengen dat het Nederlandse kolonialisme op het Indonesisch grondgebied West-Irian geliquideerd moeten worden. Het blad betoogt in genoemde oproep dat de Nederlanders in Indonesië alle pogingen in het werk moeten stellen om de orthodoxe Nederlandse regering tot inkeer te brengen teneinde haar te wijzen op haar foutief standpunt. "Of een dergelijke petitie al dan geen succes zal hebben doet er niets toe. Doch indien de Nederlanders in Indonesië een dergelijke petitie indienen zullen de Indonesische jongeren en natie begrijpen dat zij reeds hun best hebben gedaan. Indien deze Nederlanders geen dergelijke petitie zullen indienen dan vormt deze houding een bewijs dat zij even orthodox zijn als de Nederlandse regering. En als straks de climax van de massa-actie van het Indonesische volk voor de terugkeer van West-Irian is bereikt dan moeten zij hiervan de consequenties ondervinden." Aldus het slot van de oproep.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1957.
     Op 8 okt. had Luns onder no 455 aan Hagenaar 'persoonlijk' hierop geantwoord: 'Indien de voorbereidingen voor de aanstaande "West-Irian"-week in Indonesië aanleiding tot ongerustheid terzake zouden geven, zou het gewenst kunnen zijn dat uwerzijds bij Luar Negeri wordt gewezen op de verantwoordelijkheid van de Indonesische regering voor afdoende bescherming van leven en goed van de in Indonesië verblijvende Nederlanders. Aangezien de opportuniteit van zodanige demarche van hier uit bezwaarlijk kan worden beoordeeld, meen ik aan uwe beoordeling te moeten overlaten of en wanneer alsmede op welk niveau een stap als hier bedoeld ware te ondernemen. Hoewel ik mij realiseer dat overeenkomstige acties in vorige jaren niet tot ernstige ontwikkelingen hebben geleid meen ik zekerheidshalve u toch de vraag te moeten voorleggen, of er aanleiding is uw vertrek en de aankomst van Hasselman enige dagen uit te stellen. Gaarne uw reactie.'  Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1957.
Zie ook 5660: Hagenaar 963; Hagenaar 964
6342: Van Roijen 330
PDF afbeelding (375 KB)