Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 5683

Nummer 5683
Datum 8-11-1957
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Luns 530
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Hasselman, A.H. (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Djakarta
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1957
Dossiernummer
Trefwoorden bedrij(fsle)ven, houding/positie van het -
NG, Nederlands-Australische bestuurlijke/militaire samenwerking inzake -
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
Oldenborgh, J. van, voorzitter van de Ondernemersraad voor Indonesië
ondernemersorganisaties
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Australische
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Nederlandse
Annotatie slotnoot:
Op 25 nov. seinde Hasselman onder no 1084 aan Luns dat de voorzitter van de Nederlandse Kamer van Koophandel alhier hem in opdracht van het bestuur onder meer  was komen mededelen, dat in de 'KvK de gedachte was opgekomen om een delegatie naar Nederland te zenden om met de Nederlandse regering te spreken over de NG-kwestie en de Nederlandse belangen hier te lande. Men heeft van dit voornemen afgezien doch wel is besloten binnenkort een delegatie naar Nederland te zenden om daar te spreken met directies van bedrijven die belangen in Indonesië hebben.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1957.
       Op 28 nov. seinde Luns onder no Celer 584 aan Hasselman dat aan de voorzitter van de Ondernemersraad voor Indonesië, Van Olderborgh gevraagd was 'of het georganiseerde Nederlandse bedrijfsleven in Indonesië als zodanig bereid is tot overleg met de Nederlandse overheid omtrent enerzijds het opvangen der consequenties van eventuele Indonesische maatregelen en anderzijds de voorlichting inzake de grootte der Nederlandse belangen in en bij Indonesië. Van Oldenborgh deelde mede dat men van ondernemerszijde weinig voelt voor zodanig overleg. Als reden werd genoemd dat zulk overleg nogal voorbarig en onvruchtbaar zou zijn wegens te grote onzekerheid van verwachtingen. Desgevraagd werd echter bevestigd dat men het overleg ook gevaarlijk acht, aangezien men niet kans wil lopen zich tegenover Indonesië te compromitteren door een vereenzelviging met het beleid der Nederlandse regering. Ten slotte zou het bedrijfsleven incidentele, informatieve contacten met de overheid op prijs blijven stellen, doch van een georganiseerd samenspel zou geen sprake kunnen zijn, al begrijpt men wel in bepaalde omstandigheden op de regering te moeten terugvallen.'  Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1957.
Zie ook 456: Ministerraad
5506: Luns pers; Luns pers; Overzeedep 96
5682: Hasselman 1018
PDF afbeelding (136 KB)