Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 5824

Nummer 5824
Datum 12-2-1957
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Schürmann 20
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Schürmann, C.W.A. (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak New York
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, GS 1955-1964
Dossiernummer 1615
Trefwoorden Afro-Aziatisch(e) blok/conferenties/landen
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Zweden, houding/positie van -
Annotatie slotnoot bij vierde alinea: zie recordnummer 5812.

slotnoot:
Onder verwijzing naar dit telegram seinde Luns op 12 feb. onder no Celer 19: 'Het is inderdaad denkbaar dat behandeling  Nieuw-Guinea gedurende hoogstens 2 dagen kansen voor eventuele Zweedse resolutie vergroot. Anderzijds bestaat misschien het gevaar dat van Indonesische of daarmee bevriende zijde een amendement wordt ingediend dat de resolutie voor ons onaanvaardbaar maakt en waartegen wij ons door tijdnood onvoldoende kunnen verzetten. Het lijkt ons niet geheel billijk indien de commissie voor het laatste punt van de agenda in het huidige stadium waarin verloop der behandeling niet is te overzien een in verhouding aanzienlijk kortere tijd uittrekt dan voor de andere punten. Nu reeds rekening werd gehouden met sluiting op 27 februari voelen wij er dus niet veel voor ons recht op een volledige behandeling ingekort te zien. Desnoods zou de Assemblée wellicht zelfs op 28 februari kunnen sluiten. Moge u verzoeken in die zin met voorzitter Eerste Commissie en secretariaat overleg te willen plegen liefst tezamen met de Australische delegatie.' T.a.p.
     Op 13 feb. seinde Schürmann onder no 23 dat het hoofd van de Zweedse delegatie hem had medegedeeld dat het antwoord van zijn regering luidde 'dat aan de hand van het verloop van het debat zou worden besloten of al dan niet tot indiening van de dezerzijds gesuggereerde resolutie zou worden overgegaan. Uiteraard', aldus Schürmann, 'maakt dit de zaak voor ons niet gemakkelijker. - - - Wellicht zou het nuttig zijn indien u dit aspect van de zaak nog eens aan de Zweedse ambassadeur in Den Haag zou duidelijk maken.' Archief BZ, ingekomen codetel. New York 1957.
      Op 16 feb. vervolgde Schürmann onder no 34: 'Gisteren had ik nog een gesprek met Sandler, waarbij ik hem uiteenzette voor welke moeilijkheden het Zweedse uitstel van een besluit omtrent het al of niet indienen der Nieuw-Guinearesolutie ons plaatste. Sandler toonde daarvoor begrip en suggereerde dat ik De la Colina zou vragen hem [Sandler] te zeggen dat voor de resolutie op de steun van een groot aantal Latino's kon worden gerekend. Een zodanige mededeling zou, zo dacht hij, zijn regering er toe kunnen doen overgaan reeds thans te beslissen de resolutie te zijner tijd te zullen indienen. Toen ik De la Colina verzocht zulks te doen, antwoordde deze dat het niet op zijn weg lag een dergelijke mededeling te doen. De aangewezen persoon daartoe was Urquia van El Salvador, voorzitter van de Latino Caucus. Urquia staat echter, zoals u bekend, niet aan onze zijde.' - - -  Archief BZ, ingekomen codetel. New York 1957.

Op 20 feb. meldde Luns onder no Celer 26 aan New York, 'dat de Zweedse minister van Buiten Zaken, Unden, woensdagavond zou terugkeren en daarna zal beslissen omtrent Nederlands verzoek tot Zweeds sponsorschap inzake de u bekende Nieuw-Guinearesolutie. Secretaris-generaal deelde Visser mede dat voor eventuele Zweedse toezegging essentieel is of nog een co-sponsor zou kunnen worden gevonden.' T.a.p.
Zie ook 5812: Middelburg 1116
PDF afbeelding (142 KB)