Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6028

Nummer 6028
Datum 1-8-1957
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Luns 237
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Voorst tot Voorst, S.G.M. van (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Washington
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1957
Dossiernummer
Trefwoorden Afro-Aziatisch(e) blok/conferenties/landen
Amerika, houding/positie van -
Canada, houding/positie van -
Dulles, John Foster*, US Secretary of State '53-'59
Latijns-Amerikaanse landen, houding/positie van de -
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Nieuw-Zeeland, houding/positie van -
Tyler, William R., Officer UN Political and Security Affairs; (Deputy) Assistant Secretary of State for European Affairs tot 20 aug. '62
Young, Ph., ambassadeur van de VS te Den Haag '57-'61
Zweden, houding/positie van -
Annotatie noot bij 'mijn 230':
Op 26 juli had Luns onder no 230 aan Washington geseind: 'Op 24 dezer heb ik de nieuwe Amerikaanse ambassadeur voor het eerst ontvangen. Zoals gebruikelijk bij zulk een eerste bezoek liep de conversatie over politiek onbelangrijke onderwerpen waarop ik echter een uitzondering heb gemaakt. Ik heb de ambassadeur gezegd dat de Nederlandse regering betreurt dat zijdens de Verenigde Staten sinds de oorlog voor wat betreft Nederlandse problemen en belangen zo weinig objectiviteit werd betoond en zoveel, soms actieve, tegenwerking werd ondervonden. Speciaal geldt dit voor onze positie in het Verre Oosten, de gebeurtenissen die indertijd tot de Ronde Tafelconferentie en de onafhankelijkheid van Indonesië hebben geleid en in het bijzonder de laatste jaren het probleem Nieuw-Guinea. Voorts deelde ik de heer Young mede dat de Nederlandse regering niet begrijpt dat de Verenigde Staten in een conflict waarbij het recht zo duidelijk aan Nederlandse zijde staat nog steeds Nederland haar steun niet geven en zich alleen om opportunistische motieven afzijdig houden. Na eraan te hebben herinnerd dat enige maanden geleden de Indonesische eisen wederom werden afgewezen door de Verenigde Naties heb ik de ambassadeur medegedeeld dat Indonesië de kwestie Nieuw-Guinea toch weer en thans voor de 4e maal zal opbrengen bij de Verenigde Naties. Na gesteld te hebben dat het nu werkelijk te gek wordt heb ik de verwachting uitgesproken dat de Verenigde Staten hierin aanleiding zullen vinden thans eindelijk aan Nederland die volle steun te geven waarop wij menen recht te hebben.
Ik heb de ambassadeur verzocht het bovenstaande ter kennis van de heer Dulles te brengen waarbij ik aan de heer Young heb gesuggereerd er te Washington op te wijzen dat het feit dat de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken bij het eerste beleefdheidsbezoek van de nieuwe Amerikaanse ambassadeur deze zaak heeft aangesneden bewijst hoe hoog de kwestie in Nederland ligt en hoezeer de Nederlands-Amerikaanse betrekkingen in ongunstige zin worden beïnvloed door de totdusver gevolgde onvriendelijke houding terzake van Amerika.' Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1957.
     Afschrift van dit telegram is geseind aan de permanente vertegenwoordiger bij de VN te New York en aan de posten te Parijs, Londen, Moskou, Genève, Ottawa, New Delhi, Canberra en Djakarta.

slotnoot:
Onder verwijzing naar tel. no Luns 237 seinde Van Voorst op 8 aug. onder no 535 aan Den Haag: 'Daar, naar uwer excellentie bekend, Dulles zelf de policy inzake Nederlands Nieuw-Guineageschil vaststelt, komt het mij voor dat demarche bij secretaris van Staat zelf ware te geschieden. Ik vernam echter onderhands dat Dulles vanaf morgen voor 10 dagen met vakantie afwezig zal zijn. Vanaf 19 augustus zal Secretaris van Staat wederom te Washington terug zijn welke datum uiterst gelukkig coïncideert met terugkomst en poste van hare majesteits ambassadeur die dan deze belangrijke stap bij Dulles zal kunnen uitvoeren. Daar het mij echter goed voorkwam State Department toch reeds terzake in te lichten vroeg ik onderhoud aan bij Wilcox, Assistant Secretary International Organizations Affairs, die mij liet mededelen mij a.s. dinsdag te kunnen ontvangen. Ik ben voornemens avant dit bezoek het u gemelde plan uit te voeren om met sir Percy Spender contact op te nemen.'  Archief BZ, GS 1955-1964, 1616. Zie recordnummer 6029.
Zie ook 451: Ministerraad
5835: Van Voorst 529
5837: Van Roijen 556
6029: Van Voorst 540; Van Voorst 546
6037: Luns 252
PDF afbeelding (311 KB)