Gegevens van record 6053
Nummer | 6053 |
---|---|
Datum | 7-11-1957 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Van Roijen 725; Van Voorst 742 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Roijen, J.H. van
(info)
|
Ontvanger(s) |
Luns, J.M.A.H.
(info)
|
Plaats van opmaak |
Washington |
Plaats van bestemming |
Den Haag |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, ingek. codetel. Washington 1957 |
Dossiernummer | |
Trefwoorden |
Allison, John M., (Deputy) Assistant Secretary of State; ambassadeur van de VS te Djakarta '53-'58 Amerika, houding/positie van - diplomatieke en consulaire betrekkingen Nederland-Indonesië, verbreking van de - Djuanda, minister van Verkeer tot 7/'53; minister-president 4/'57-'58; vanaf '58: eerste minister onder 'premier' Sukarno Indonesië, Irianactie vanaf nov. 1957 in - Mein, John Gordon, Director of the Office of South West Pacific Affairs St. Dept. NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties Subandrio* |
Annotatie |
inleidende noot: Op 6 nov. had Luns onder no 345 geseind: 'We hebben aanwijzingen (vide ook Hasselman 1013 [recordnummer 5666]) dat Indonesische regering vóór en tégen overweegt [van] een eventuele verbreking diplomatieke betrekkingen met Nederland. Gelieve hiervoor aandacht vragen van State Department en verzoeken Amerikaanse ambassadeur in Djakarta instrueren nu dit nog voorkomen kan worden op Luar Negeri vertoog te houden om duidelijk te maken dat daarvoor naar internationale maatstaven geen redelijke argumenten kunnen worden aangevoerd en dat bovendien een verbreking van de betrekkingen juist met Nederland voor Indonesië ernstige gevolgen zou hebben.' Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1957. slotnoot: Op 15 nov. seinde Van Voorst onder no 746 aan Den Haag dat hem op State Department desgevraagd was medegedeeld dat 'Allison op de in mijn 719 [in recordnummer 6052] genoemde officiële instructie wederom Djuanda had bezocht onder mededeling dat dit een officiële demarche was van de door hem de vorige dag ondernomen persoonlijke stap. Gevraagd naar Djuanda's reactie antwoordde Mein aan medewerker dat Allison hierover niets had geseind. De Amerikaanse ambassadeur was echter overtuigd dat het uitblijven van ernstige gewelddadigheden bij het inzetten van de "tweede fase" jl. zondag grotendeels een gevolg van zijn demarche was, welke overtuiging door het State Dept. wordt gedeeld.'T.a.p. |
Zie ook |
5666:
Hasselman 1010; Hasselman 1013
6052: Van Roijen 719 |
afbeelding (132 KB) |