Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6069

Nummer 6069
Datum 14-11-1957
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Luns 234
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Schürmann, C.W.A. (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming New York
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. New York 1957
Dossiernummer
Trefwoorden communisme
Cypruskwestie
Griekenland, houding/positie van -
Japan, houding/positie van -
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Annotatie slotnoot:
Eveneens op 14 nov. seinde Luns onder no 235 aan New York dat hij de Griekse ambassadeur bij zich had ontboden en 'op hem een dringend beroep [had] gedaan voor wat betreft de Griekse houding in de Nieuw-Guineakwestie. Ik heb herinnerd aan de toezegging van de Griekse regering van vorig jaar om zich te onthouden, die niet gestand is gedaan, aangezien het telegram met de instructies te laat zou zijn gearriveerd en ik heb gesteld dat de betrekkingen tussen beide landen bepaaldelijk niet verbeterd zullen worden indien Griekenland de zijde van Indonesië zou kiezen. Daarbij heb ik de ambassadeur nog met nadruk verzekerd dat de meeste Aziatische landen het standpunt van Nederland begrijpen en derhalve de steun aan Nederland van een Europese mogendheid eveneens zouden begrijpen ondanks de Cypruskwestie. De ambassadeur zei zich onmiddellijk telegrafisch met Athene in verbinding te zullen stellen waarbij hij met kracht zou pleiten voor een verandering van houding. Wel vroeg hij of hij voor wat de Cypruszaak betreft een verandering van de Nederlandse houding in het uitzicht kon stellen. Ik heb geantwoord dat Nederland verheugd zou zijn indien een voor beide partijen aanvaardbare formule zou kunnen worden gevonden en dat Nederland gaarne aan het vinden van zo een formule zou meewerken doch dat ik geen toezeggingen kon doen voor wat betreft andere mogelijkheden. Ik heb de ambassadeur er in dit verband op gewezen dat het voorbrengen van de Cypruskwestie voor de VN zijdens Griekenland mij nimmer zeer gelukkig had geschenen. Tenslotte heb ik er nog op gewezen dat Griekenland, dat zich op het recht van zelfbeschikking beroept voor wat betreft Cyprus, aan dit recht geen enkele waarde blijkt toe te kennen ten aanzien van Nieuw-Guinea.' T.a.p.
Zie ook 6105: Stikker 273; Stikker 277; Stikker 285; Stikker 288; Stikker 290; Stikker 294
PDF afbeelding (96 KB)