Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6085

Nummer 6085
Datum 22-8-1957
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Luns 37
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Fack, R. (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Canberra
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Canberra 1957
Dossiernummer
Trefwoorden Casey, Robert G., minister van Buitenlandse Zaken van Australië '51-'60
India, houding/positie van -
Kernkamp, W.J.A.*
Luns, J.M.A.H., reizen van - naar/optreden van - in het buitenland
Menzies, Sir Robert G., minister-president van Australië '49-'66; 4/2/'60 - 22/12/'61 tevens minister van Buitenlandse Zaken
NG, bezoeken aan/missies naar -
NG, Nederlands-Australische bestuurlijke/militaire samenwerking inzake -
Plimsoll, J., Assistent Secretary for Pacific, American, South - and Southeast Asian Affairs van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Australië; vertegenwoordiger in de VN
South Pacific Commission (SPC)
Staf, C.*
Tange, Arthur H., secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Australië '54-'65
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Australische
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Nederlandse
Annotatie noot bij 'uw 89': in annotatie van recordnummer 5843.

slotnoot:
In reactie op dit telegram seinde Fack op 9 sept. onder no 99 dat hij met Plimsoll over de gemeenschappelijke verklaring gesproken had. 'Plimsoll gaf mij de verzekering', aldus Fack, 'dat deze aangelegenheid hier nog steeds ernstig werd bekeken. Toen ik over deze langdurige studie van wat een betrekkelijk elementaire aangelegenheid leek verwondering liet blijken, gaf Plimsoll de volgende uiteenzetting over de achtergrond van de Australische omzichtigheid: tijdens debat in de vorige Assemblée had één der Afro-Aziatische delegaties, naar Plimsoll meende die van India, de Australische oppositie tegen de Indonesische eisen veroordeeld als zijnde gebaseerd op "Australian expansionism". Volgens Plimsoll was de Australische regering hierdoor hoogst onaangenaam getroffen en men was vast besloten niets te doen wat deze beschuldiging voet kon geven. Deswege  de voorzichtige benadering van de Nederlandse suggestie tot gemeenschappelijke of parallelle verklaring inzake Nieuw-Guinea, welke de oude aantijging misschien kon doen herleven en zelfs versterken. Toen ik Plimsoll vroeg, of althans Tange kon worden gemachtigd deze aangelegenheid tijdens zijn bezoek aan Den Haag volgende week te bespreken, leek hij dit een goed idee te vinden, hoewel hij zich kennelijk niet wenste vast te leggen. Binnekort hoop ik hierop nader terug te komen.' Archief BZ, ingekomen codetel. Canberra 1957.
      Op 17 sept. seinde Fack vervolgens onder no 103, dat Plimsoll hem had laten weten, 'dat aan Tange voldoende armslag is gegeven om de zaak met u te bespreken. De situatie is hier overigens ongewijzigd. Met nadruk stelde Plimsoll dat over "substance" tussen de Nederlandse en Australische regeringen geen verschil van opvatting bestond; ten aanzien van de te volgen taktiek was men hier echter zeer voorzichtig. Territories- department was, afgezien van het in mijn codebericht nr. 99 genoemde aspect, huiverig voor alles wat in een later stadium door de Verenigde Naties kon worden aangegrepen om zich in Nieuw-Guinea aangelegenheden te mengen.' T.a.p.
Zie ook 366: Ministerraad
3924: Canberra/no 1318 GS20/439
5235: Schürmann 339
5498: Buza DOA no. 221 geheim
5515: Buza DOA/OP no. 136
5843: No. 65
6086: Fack 112; Fack 120; Lovink 124
PDF afbeelding (173 KB)