Gegevens van record 6116
| Nummer | 6116 |
|---|---|
| Datum | 25-11-1957 |
| Soort | codetelegram(men) |
| Kenmerk | Stikker 223 |
| Opschrift/Bijlage(n) | |
| Verzender(s) |
Stikker, D.U.
(info)
|
| Ontvanger(s) |
Luns, J.M.A.H.
(info)
|
| Plaats van opmaak |
Londen |
| Plaats van bestemming |
Den Haag |
| Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
| Bestand | archief BZ, postarchief Washington, NG-kwestie 1955-1963 |
| Dossiernummer | 921.151 Indonesië, mil. aankopen deel I |
| Trefwoorden |
Amerika, militaire steun/wapenleveranties van - aan Indonesië inlichtingen/-diensten, Central Intelligence Agency (CIA) Tomlinson, Frank S., Head Southeast Asia Department FO Torbert, Horace G., Director Western European Affairs St. Dept. Verenigd Koninkrijk, militaire steun/leveranties van - aan Indonesië |
| Annotatie |
slotnoot: Onder verwijzing naar Stikker 223 verzocht Luns Van Roijen onder no Celer 368 van 27 nov. 'bij State Department om nadere inlichtingen te vragen - - -. Bij bevestiging door het State Department ware door u uiting te geven aan teleurstelling van de Nederlandse regering over deze inschrijving voor een leverantie aan Indonesië, waarvan het State Department kan weten dat de Nederlandse regering hiertegen bezwaar heeft. Deze landingsvaartuigen, die bij uitstek geschikt geacht moeten worden voor infiltratie, zouden een bedreiging van Nederlands Nieuw-Guinea kunnen vormen. Nu de betrekkingen tussen Nederland en Indonesië in een critiek stadium zijn gekomen moet met Indonesische acties tegen Nederlands Nieuw-Guinea ernstig rekening worden gehouden. Levering van een zelfs beperkt aantal landingsvaartuigen aan Indonesië zou de kans kunnen vergroten op een gewapende botsing tussen Nederlandse en Indonesische strijdkrachten. De Nederlandse regering doet derhalve een ernstig beroep op de Amerikaanse regering om deze leverantie te verhinderen. Van het resultaat uwer demarche ontving ik gaarne bericht.' T.a.p. Hierop seinde Van Roijen op 3 dec. onder no 772 dat Van Voorst hierover de directeur West-Europa, Torbert, benaderd had. 'Torbert', aldus Van Roijen ,'die niet op de hoogte bleek te zijn zegde toe onmiddellijk een onderzoek te doen instellen. Hij poneerde een aantal tegenargumenten welke, naar hij naderhand zelf zeide, "pour acquit de conscience" waren gesteld, teneinde tegen tegenwerpingen van eventuele voorstanders van deze aanbesteding gewapend te zijn. Moge nog opmerken dat ook CIA-contact door medewerker werd ingelicht, welk contact hierover hogelijk verbaasd was en veronderstelde dat ICA-ambtenaar die de tenders had uitgeschreven, kennelijk niet van het infiltratiegevaar op de hoogte moet zijn geweest. Ook CIA stelt onderzoek in.' T.a.p. Stikker werd op 29 nov. bij tel. no Celer 83 van de bovenaangehaalde instructie aan Van Roijen op de hoogte gesteld. Hem werd daarbij verzocht 'het Foreign Office in te lichten met het verzoek te pogen potentiële leveranciers van inschrijving af te houden.' Archief BZ, uitgaande codetel. Londen 1957. Hierop seinde Stikker op 2 dec. onder no 232 dat 'leveranciers van landingsboten van overheidswege wordt medegedeeld dat geen garantie kan worden gegeven dat, voor het geval de bestelling aan betrokken leverancier zou worden gegund, door overheid exportlicense zal worden verleend. Op deze grond zal worden ontraden aan inschrijving deel te nemen.' - - - Archief BZ, ingekomen codetel. Londen 1957. Zie recordnummer 6417. |
| Zie ook |
6417:
Stikker 49
6627: Van Roijen 666; Van Roijen 688 |
| afbeelding (105 KB) |