Gegevens van record 6152
Nummer | 6152 |
---|---|
Datum | 16-1-1958 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Luns 163 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Luns, J.M.A.H.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Hasselman, A.H.
(info)
|
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming |
Djakarta |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1958 |
Dossiernummer | |
Trefwoorden |
Hoge Commissariaat/Dipl. Vertegenwoordiging te Djakarta; zie ook: diplomatieke en consulaire vertegenwoordiging/vertegenwoordigers Nederland-Indonesië vanaf feb. '56 radio/-zender/-verbindingen volkenrecht |
Annotatie |
noot bij 'uw 226': Onder verwijzing naar het hier in de annotatie van recordnummer 6151 opgenomen telegram no 152 van Luns seinde Hasselman hem op 16 jan. onder no 226: 'Ik ben wel enigszins teleurgesteld over uw 152. Ik heb met Lapian gesproken in de geest van de eerste alinea van uw 139. Toen mij duidelijk bleek dat de Indonesische regering ondanks mijn vertoog onze eigen verbindingen wenste te beëindigen heb ik overeenkomstig de instructies vervat in de tweede alinea van uw 139, verzocht dat ons enige tijd wordt gelaten ter voorbereiding van de nieuwe werkwijze". Ik kon moeilijk anders doen dan een termijn noemen toen Lapian mij daarnaar vroeg. Het noemen van een langere termijn is ternauwernood redelijk te achten daar wij in feite in het geheel geen tijd nodig hebben ter voorbereiding van de nieuwe werkwijze. Het is overigens niet juist dat ik "een termijn van een week heb genoemd waarna zender zal worden gesloten". Dergelijke bewoordingen komen in mijn 212 niet voor. Tenslotte moge ik uw aandacht vragen voor de laatste zin van de tweede alinea van uw 139 "Ik verwacht daarvan overigens hoogstens enige uitstel". Ik kan het slechts betreuren dat de "goede volkenrechtelijke gronden" om vol te houden dat de diplomatieke vertegenwoordiging recht heeft op het bestaan van eigen verbindingen mij niet aanstonds geseind zijn. Ik zal gaarne alsnog vernemen welke deze zijn. Tenslotte moge ik nog eens - uiteraard geheel ten overvloede - in herinnering brengen dat onze diplomatieke betrekkingen aan een zijden draad hangen. U verwachtte zelf van vertogen onzerzijds "hoogstens enig uitstel" terwijl ik nu moet aannemen dat het uw bedoeling is te trachten het zendstation langere tijd open te houden tegen de wens van de Indonesische regering waarmede wij het bestaan van onze diplomatieke betrekkingen in de waagschaal stellen. Overigens moge ik erop wijzen dat wij via de PTT alles kunnen seinen. Uiteraard kost dit meer dan thans.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1958. Op 17 jan. vervolgde Hasselman onder no 245: 'Ik heb de nota heden morgen aan Lapian overhandigd, terwijl ik hem tevens de ontworpen volkenrechtelijke regels van de ILC op een blanco vel papier ter hand stelde. Lapian zeide mij dat naar de Indonesische opvatting het verlenen van toestemiming voor het gebruik van een eigen zender gezien moest worden als een faciliteit die alleen gerechtvaardigd kan worden door goede politieke (niet diplomatieke doch politieke) betrekkingen tussen twee landen. Dergelijke goede betrekkingen bestonden niet tussen Nederland en Indonesië en er was derhalve geen aanleiding de indertijd toegestane faciliteiten te verlengen. - - - Lapian vertelde dat voorzover hem bekend behalve wij slechts de Amerikanen een eigen zender hadden. Het was uiteraard niet aan mij om hem te vertellen dat ook de Britten een dergelijke zender hebben. - - - Lapian zou de nota aan zijn superieuren voorleggen. In afwachting van een antwoord daarop stelde hij evenwel dat vermoedelijk tegen het uitstel van een week geen bezwaar zou bestaan. Hij nam aan dat de PTT-autoriteiten bereid zouden zijn van verzegeling af te zien, doch hij verwachtte van ons dat wij op de 21e het seinen zouden staken. De PTT zou nagaan of wij dat inderdaad deden.' - - - T.a.p. Hierop seinde Luns op 20 jan. onder no 195: 'Voor de goede orde diene dat zolang u van Luar Negeri geen antwoord op onze nota heeft ontvangen u niet uit eigen beweging tot sluiting van de zender dient over te gaan. Mocht u op of na de 22e daarover ter verantwoording worden geroepen dan ware te zeggen dat u weliswaar een week als overgangstermijn heeft genoemd, doch dat wij ervan uitgingen dat in ieder geval op antwoord van de Indonesische regering op uw nota kan worden gewacht, waarin immers hernieuwde overweging wordt gevraagd.'- - - Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1958. Zie ook recordnummer 6153. |
Zie ook |
6151:
Hasselman 197; Hasselman 199; Hasselman 212; Hasselman 237
6153: Hasselman 297; Hasselman 305 |
afbeelding (221 KB) |