Gegevens van record 6160
Nummer | 6160 |
---|---|
Datum | 27-2-1958 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Luns 412 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Luns, J.M.A.H.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Hasselman, A.H.
(info)
|
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming |
Djakarta |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1958 |
Dossiernummer | |
Trefwoorden |
Kasimbar-incident Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM), taak/positie van de - marine-aangelegenheden territoriale wateren |
Annotatie |
inleidende noot: Bij circulairetelegram no 16 van 24 feb. waren de diplomatieke posten te Londen, Washington, Brussel en Parijs door Luns verzocht de respectievelijke regeringen op de hoogte te stellen van de aanhouding van de Kasimbar door de Drenthe. Archief BZ, GS 2955-1964 no 2058. Op 26 feb. had Hasselman onder no 607 het volgende radiobericht van het ministerie van Voorlichting doorgeseind: '"Indien bericht aanhouding Kasimbar door oorlogsschip Drenthe juist is, beschouwt de regering dat als een schending van het territoir van de RI, hetgeen een 'casus belli' kan opleveren. Die aanhouding steunt direct of indirect actie Achmad Husein's opstand, waartegen momenteel krachtige maatregelen door de regering worden genomen." Luar Negeri was vandaag niet bereid commentaar op aanhouding te leveren.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1958. noot bij 'uw 591': Onder dit nummer had Hasselman Luns telegrafisch gevraagd wat zijn voornemens waren 'ten aanzien van Indonesische bemanning Kasimbar'. T.a.p. slotnoot: Op 1 maart seinde Hasselman vervolgens onder no 623 de volgende in het blad 'Indonesia Raya' verschenen reactie door 'op de "zeeroof" van de Kasimbar: "De Kasimbar affaire zal zich niet herhalen, want door het ministerie van Scheepvaart is instructie gegeven alle KPM-schepen die nog in de havens liggen vast te meren en zonodig lek te maken". De KPM heeft geen bijzonderheden hierover.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1958. Op 3 maart seinde Hasselman onder no 633, dat hij 'heden' de nota 'aan Lapian [had] overhandigd. Er was ternauwernood enige reactie', aldus Hasselman. 'Hij [Lapian] zeide dat men ook van Indonesische zijde bezig was een protest op te stellen. Men had echter enige tijd nodig gehad om de nodige inlichtingen te verzamelen. "U is ons een slag voor geweest", aldus Lapian. Indonesisch protest zou gebaseerd worden op de wet "medewerking bedrijven".' - - - T.a.p. Op 7 maart seinde Luns tenslotte onder no Celer 473: 'Bij overhandiging protestnota inzake Kasimbar werd Maramis als onmiddellijke reactie medegedeeld dat de Nederlandse regering ten volle haar standpunt handhaaft, dat Indonesiƫ niet bevoegd is de schepen van de KPM, welke een Nederlandse zeebrief hebben, te gebruiken en dat hij er dus van verzekerd kon zijn dat dit protest door de regering zou worden afgewezen. Het gebruik van die schepen was in de eerste plaats in strijd met de RTC-overeenkomsten en het beroep dat in de nota op de verordening medewerking bedrijven werd gedaan ging niet op. Beantwoording te zijner tijd werd in uitzicht gesteld. Maramis deed generlei poging om de inhoud van de nota te rechtvaardigen.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1958. |
Zie ook |
512:
Ministerraad
513: Ministerraad |
afbeelding (249 KB) |