Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6162

Nummer 6162
Datum 18-2-1958
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hasselman 540; Hasselman 561
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hasselman, A.H. (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1958
Dossiernummer
Trefwoorden Achmad Husein, lt.-kolonel TNI, territoriaal commandant Midden-Sumatra, tevens voorzitter Bantengraad
Amerika, houding/positie van -
Makatita, handelsraad van Indonesië, vanaf '58 vertegenwoordiger van de PRRI, te Londen
Permesta (Piagam Perjuangan Semesta Alam)-affaire/tegenregering in Oost-Indonesië
pers/publieke opinie, Indonesische
Philippijnen, houding/positie van -
seperatistische/opstandige bewegingen in de buitengewesten; zie ook Makassaraffaire(s); Molukkenopstand; PPRI en Permesta-affaire
Sumitro Djojohadikusumo (PSI), minister van Economische Zaken '52-'53; van Financiën '55-'56; lid van de PRRI
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Nederlandse
Annotatie Telegrammen Hasselman 561en 592 zijn gedateerd 21 en 25 februari 1958. T.a.p.

slotnoot bij Hasselman 540:
Op 19 feb. seinde Luns onder verwijzing naar dit telegram onder no 368: 'Dezerzijds geen enkel officieel commentaar op gebeurtenissen Sumatra gegeven. In geen Nederlands blad is dan ook iets anders te vinden dan mededeling dat Nederlandse regering weigert commentaar te geven aangezien het hier interne Indonesische aangelegenheid betreft. Verzoeke hiervan op Luar Negeri in verband met anders luidende berichten in Suluh Indonesia mededeling te doen. Verzoeke voorts zo mogelijk aan Pia en Antara bericht van volgende inhoud ter publicatie te geven: "In tegenstelling tot andersluidende berichten in Indonesische pers wordt officieel verklaard dat Nederlandse regering geen enkel commentaar heeft uitgesproken op gebeurtenissen op Sumatra daar zij deze als interne Indonesische aangelegenheid beschouwt en dat in Nederlandse pers dan ook geen enkel officieel commentaar daarop is gepubliceerd".' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1958.
     Overigens had Van Baal op 24 jan. onder no 20 vanuit Hollandia aan Helders geseind: 'Heb vernomen dat Centrale Indonesische regering te Djakarta een spoedvergadering houdt op 25 januari 1958 over de gevolgen van het optreden van Sjafruddin. Ernstige repercussies worden verwacht alsmede verslechtering economische toestand Indonesië-wijd. "Vlucht" Sjafruddin wordt door buitenland ongetwijfeld beschouwd als afbraak gezag Indonesische regering, aldus minister van Financiën. - - - De Indonesische regering beschikt over inlichtingen Sjafruddin contacten met Nederlandse vertegenwoordiger te Djakarta en elders. Inlichtingendienst onderzoekt nader. Sjafruddin's verblijf in Sumatra komt ongelegen omdat Malayaregering sympathiek zou staan tegenover separistische beweging Sumatra. De Indonesische regering onderzoekt de berichten dat Sjafruddin via Nederlandse relaties Nederland-wijd bezittingen verworven. De minister van Financiën gaf tenslotte te kennen dat de Indonesische regering ontstemd dat de Nederlandse handel in Sumatra onbelemmerd doorgaat.' Archief BZ, ingekomen codetel. Hollandia 1958.
     Op 1 feb. had Van Baal hier onder no 29 aan toegevoegd: 'Heb verrnomen dat de minister van Binnenlandse Zaken mededeelde dat uit onderzoek van de boeken van de Indonesische Bank blijkt dat Sjafruddin avant vertrek naar Sumatra 20 miljoen rupiah aan Nederlandse bedrijven Indonesië-wijd heeft uitbetaald. Het onderzoek geeft aanwijzingen dat Sjafruddin met Nederlanders heeft samengespannen. Hoewel het absoluut bewijs dat hij gecomplotteerd heeft met Nederlandse vertegenwoordiging nog niet geleverd is, is reeds gebleken dat hij als handlanger van Nederland of Nederlandse bedrijven heeft gefungeerd. Dit kan volgens de minister niet zonder voorkennis van de Nederlandse vertegenwoordiging. Ook de minister van Financiën is overtuigd dat de Nederlandse activiteiten door de Nederlandse vertegenwoordiging worden geleid en dus de handelingen van Sjafruddin bij de Nederlandse vertegenwoordigers geheel bekend zijn. Verwijs ook naar mijn no 20.' T.a.p.
Zie ook 6161: Hasselman 485; Hasselman 508; Hasselman 512; Hasselman 529; Hasselman 539
6163: Hasselman 547; Hasselman 553; Hasselman 579; Hasselman 580; Hasselman 584
6494: Van Boetzelaer 84; Stikker 86
PDF afbeelding (132 KB)