Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6213

Nummer 6213
Datum 1-6-1961
Soort aanbiedingsbrief + bijlage(n)
Kenmerk Buza DBI/PL 77691-3685 GS/912 zeer geheim
Opschrift/Bijlage(n) opschrift en bijlage: Toespraak Subandrio inzake NNG
Verzender(s) Rookmaker, J. (info)
Ontvanger(s) Roijen, J.H. van (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Washington
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, GS 1955-1964
Dossiernummer 1597
Trefwoorden Amerika, militaire steun/wapenleveranties van - aan Indonesiƫ
Duitsland, houding/positie van West -
Duynstee, F.J.F.M.*, zie ook NG-kwestie, bilaterale/informele/onderhandse contacten etc.
inlichtingen/-diensten (andere dan CIA)
Karel Doorman, Hr. Ms.
Nasution, Abdul Harris, kolonel/lt.-generaal TNI, chef staf '55-'62, minister van Defensie '59-'66
nationalisatie/Indonesianisatie/spoliatie/onteigening/confiscatie/onderbeheerstelling
NG, aanval op -
NG, defensie van -
NG, infiltraties/infiltranten op -
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesiƫ)
pers/publieke opinie, Nederlandse
Philippijnen, houding/positie van -
Quay, J. E. de*
Sovjetunie, militaire hulp/ leveranties aan Indonesiƫ van de - ; zie ook Oostbloklanden; wapenleveranties
Subandrio*
Sukarno, positie/houding van -
zelfbeschikkingsrecht
Annotatie De in dit document genoemde Engelse vertaling van de rede van Subandrio bevindt zich niet in dit dossier.
In zijn schrijven no D 9311-685GS/2019 van 22 juni aan Den Haag berichtte ambassadeur Van Roijen onder meer, dat het hem toegezonden schrijven door een van zijn medewerkers was besproken met de directeur van het Office of South West Pacific Affairs van het State Department, James D. Bell. De ambassadeur meldde voorts: 'Indien het meergenoemde document, aan welks authenticiteit onzerzijds niet wordt getwijfeld, inderdaad een getrouwelijke weergave zou zijn van een toespraak van de Indonesische Minister van Buitenlandse Zaken, dan meende de Heer Bell dat het ominieuze karakter daarvan niet kon worden ontkend.
In verband daarmede had de Heer Bell dan ook opdracht gegeven om door de bevoegde Amerikaanse diensten een nader onderzoek in te stellen inzake de authenticiteit van dit zeer geheime document. Op deze vraag had hij tot op heden geen antwoord kunnen ontvangen. Het was derhalve de mening van de heer Bell dat enige voorzichtigheid bij de waardering van het betrokken stuk op zijn plaats was.' T.a.p.
Zie ook 7185: Luns 283
PDF afbeelding (576 KB)