Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6328

Nummer 6328
Datum 14-4-1958
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hasselman 933; Hasselman 955
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hasselman, A.H. (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1958
Dossiernummer
Trefwoorden Assaat, wnd. president Republiek Jogjakarta; minister van Biza RI 50-51; parlementslid; kabinetsformateur '55
Celebes, Zuid -
censuur/vrijheid van meningsuiting
Darul Islam
Daud Beureueh, Darul Islamleider op Atjeh
Indonesië, politieke/bestuurlijke aangelegenheden in -
Kahar Muzakkar, leider Darul Islam op Zuid-Celebes
Kartosuwirjo, S.M., leider van de Darul Islam
Menado/Minahassa/Noord-Celebes
Oost-Indonesië, provincie -
Permesta (Piagam Perjuangan Semesta Alam)-affaire/tegenregering in Oost-Indonesië
PRRI, Pemerintah Revolusioner Republik Indonesia op Sumatra
Ruslan Abdulgani, minister van Buitenlandse Zaken van Indonesië, vice-voorzitter Nationale Raad (Dewan Nasional)
seperatistische/opstandige bewegingen in de buitengewesten; zie ook Makassaraffaire(s); Molukkenopstand; PPRI en Permesta-affaire
Sjafruddin Prawiranegara (Masjumi), minister van Financiën '51, president van de Bank Indonesia '51-58, hoofd van de PRII
Sukarno, 'konsepsie presiden' van -
Sukarno, redevoeringen/uitlatingen van -
Sumatra
Sumatra, Midden -/Padang; zie ook Achmad Husein, kolonel etc.
Annotatie Telegram Hasselman 955 is gedateerd 17 april 1958. T.a.p.

inleidende noot:
Op 25 maart had Van Roijen onder no 258 geseind dat 'u bekende [CIA]contact zich heden tegenover medewerker zeer somber [had uitgelaten] over de situatie van de Padangrebellen, die hij als "very very bad" kwalificeerde. Het erge was zijns inziens niet eens primair gelegen in de successen van de regeringstroepen, doch wel in het feit dat alle door Djakarta ondernomen landingen zonder enige tegenstand waren verlopen. Slechts in de omgeving van Medan was op beperkte schaal gevochten.' - - -  Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1958.
       Op 8 april had Van Roijen het volgende sombere inzicht van het State Department en 'het u bekende [CIA]contact' aan Den Haag geseind: 'In Sumatra waren enkele zeer goede kansen door de rebellen gemist om met inzet van een zeer geringe troepenmacht de opmars van de Djakartatroepen te blokkeren. De rebellen hebben te lijden van grote defectie in de eigen gelederen; ook in Celebes. Tijdens de bezetting van regeringstroepen van Dongala en Palu zouden twee bataljons  van Sumual zijn overgelopen. De daarna door Sumual ingezette troepen hebben wel gevochten, doch waren tegen de toen bestaande overmacht niet bestand en moesten vluchten. Ook ten aanzien van de toekomst van Minahassarebellen is zowel State als de instantie van contactman uiterst pessimistisch gestemd.'  T.a.p.            
       Op 13 april had Hasselman onder no 926 uit Djakarta geseind: 'De door Antara alsmede door "eigen correspondenten" van vele bladen gepubliceerde berichten over opstandige bewegingen in West-Sumatra zijn weliswaar oncontroleerbaar doch zijn op zijn minst sterk overdreven. Met name geldt dit voor het gegoochel met aantallen bataljons - compleet met aanduiding van hun nummer - die tegen Husein c.s. in actie zouden zijn gekomen. Dat tussen Masjumi en PSI belangrijke meningsverschillen bestaan is wel juist. In de eerste plaats locaal, getuige ook officiële berichtgeving van rebellenregering betreffende recente arrestatie PSI-parlementslid Djuir Mohamad en Ganto Suaro door Padanggroep. Ook de centrale PSI-leiding is van meet af aan niet gelukkig geweest  met de uitroeping van Sjafruddins tegenregering. Dit werd onlangs door Sjahrir tegenover een betrouwbare bron bevestigd. Bij dezelfde gelegenheid ontkende Sjahrir echter dat door het PSI-hoofdbestuur disciplinaire maatregelen tegen Sumitro waren genomen, welk gerucht alhier de ronde deed.' - - -  Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1958.

noot bij derde alinea, 'nieuwe geruchten over een ophanden zijnd Sukarno-Hatta-gesprek':
Zie voor de oorzaak van het afbreken van dit gesprek no 6307.
        Op 3 april had Hasselman geseind, dat Assaat van de PRRI te Padang in een radiotoespraak o.m. gezegd had 'dat de president op twee kaarten speelde en rekende op beide te kunnen winnen. Zou de militaire onderdrukking van Padang gelukken dan zou hij absoluut president blijven en Indonesië via geleide democratie tot volksdemocratie maken - - -. Zou de militaire operatie mislukken - - - dan zou de president nog steeds tot onderhandelen met de Hattagroep kunnen overgaan en zich dan kunnen tevreden stellen met een positie van constitutioneel president - - - . Voorgaande uiteenzetting van Assaat', aldus voorts Hasselman, 'sluit  aan bij hetgeen Ruslan Abdulgani dezer dagen aan journalist alhier vertelde. Volgens Ruslan zou Sukarno van plan zijn te trachten snel en krachtig de Padangopstand te onderdrukken. Zou de militaire actie niet slagen dan zou hij bereid zijn tot praten.' - - - Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1958.
Zie ook 6166: Hasselman 733; Hasselman 744; Hasselman 752; Hasselman 788
6307: Van Roijen 227
6333: Hasselman 988; Hasselman 1019; Hasselman 1020
PDF afbeelding (429 KB)